4 nr. 6 O Appellante stelt dat nimmer gebleken is van enige bereidheid van Princenhaagse winkeliers om te verhuizen naar de Pastoor van SpaandonkstraatDe conclusie ligt volgens appellante voor de hand dat in geval van nieuwe detailhandelsvestigingen uitgeweken zal worden naar "buitenstaanders" Het winkelbestand is de afgelopen 10 jaar in Princenhage enorm uitgebreid en de samenstelling is zodanig dat gesproken kan worden van een evenwichtig voorzieningenpakket Er is naar de mening van appellante onvoldoende reden om nieuwe detailhandels vestigingen ter plaatse mogelijk te maken. Appellante heeft bezwaar tegen het bepaalde in de bestemmingsplanvoorschriften waarin de vrijstellingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders met betrekking tot nieuwe detailhandelsvestigingen geregeld is. Appellante vreest dat hierdoor het bestaande evenwicht binnen de huidige brancheverdeling doorbroken zal kunnen worden. Appellante stelt niet goed begrepen te hebben hoe het gemeentebestuur heeft kunnen besluiten om geen inspraakronde meer te houden, temeer waar het onderhavige ontwerp-bestemmingsplan op het gebied van nieuwe detailhandelsvestigingen steeds op bezwaren heeft gestuit. Appellante stelt dat ook de P.P.C., de Rijksconsulent voor handel, ambachten en diensten en de Kamer van Koophandel niet positief hebben gereageerd in het kader van het voorgeschreven vooroverleg. Appellante verzoekt in het kader van de vaststelling van het onderhavige ontwerp-bestemmingsplan het plan te wijzigen op de volgende punten: artikel 4 lid 1 sub e: lunchroom, cafetaria en koffiebar dienen te vervallen; - artikel 4 lid I sub 1 c: "en overige ruimten tot een maximale opper vlakte van elke 150 m2 voor detailhandel mogen worden ingericht" dient te vervallen; artikel 4 lid I sub 4 lid a sub 2 en artikel 4 lid I sub 4 lid b dient te vervallen en in samenhang daarmee het gestelde in artikel 4 lid I sub 4a. Voor appellante is alleszins aanvaardbaar nieuwbouw ten behoeve van show rooms, praktijkruimten, kantoren met baliefunctie, wasserette en/of ruimten ten behoeve van sociaal- medische-, culturele en educatieve doeleinden. Detailhandel wordt afgewezen. Wel acceptabel is de combinatie van de hier voor genoemde functies met vormen van woonbebouwing. Ten aanzien van de bezwaren overwegen wij het volgende. Ad appellant nr. 1 In het vigerende bestemmingsplan is reeds de mogelijkheid aanwezig om aan de oostzijde van de Pastoor van Spaandonkstraat woningbouw te realiseren. De mogelijkheid om bovenwoningen te kunnen realiseren wordt in het ontwerp bestemmingsplan gecreëerd om een herstel te verkrijgen van de bebouwings structuur in Princenhage kern. Het oostelijk van het aan de Dominee van Pellecomstraat gelegen parkeerterrein, dat thans is ingericht als groen- pleintje, heeft in het vigerende bestemmingsplan reeds de bestemming parkeerterrein. Het parkeergebeuren gaf in de oorspronkelijke situatie capaciteitsproblemen in de kern van Princenhage. Alleen de Haagsemarkt en de Haagweg beschikken over een ruime parkeergelegenheid. Om de capaciteits problemen op te lossen is er een parkeerterrein aan de Dominee van Pellecomstraat aangelegd voor ca. 90 auto's. Het groenpleintje is momenteel bedoeld als reserveterrein voor aanvullende parkeergelegenheid in verband met de te realiseren bebouwing aan de Pastoor van Spaandonkstraat en de toename van de verkeersdruk op de wekelijkse koopavond.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 338