dient te blijken uit inschrijving in het bevolkingsregister.
2. De in het eerste lid bedoelde hulpverlening kan voorts alleen worden
geboden indien de in dat lid bedoelde personen:
a. zelfstandig over woonruimte beschikken; dan wel
b. niet meer beschikken over zelfstandige woonruimte en
als gevolg van de schuldsituatie niet over andere
woonruimte kunnen beschikken.
Artikel 3
Bij de beoordeling of een persoon als bedoeld in artikel 2 beschikt over
een zelfstandige woonruimte worden personen die een gezamenlijke
huishouding vormen als bedoeld in artikel 5a van de Algemene Bijstandswet
gelijksteld met gehuwden.
Artikel 4
Hulpverlening uit het steunfonds om de schuldsituatie op te lossen kan
geschieden in de vorm van:
a. een financiële bijdrage om niet;
b. een financiële bijdrage in de vorm van een geldlening;
c. een garantstelling;
d. een combinatie van de mogelijkheden genoemd onder
a tot en met c in dit artikel.
Artikel 5
1. Een verzoek om hulpverlening uit het steunfonds wordt
uitsluitend gedaan door een hulpverlener van het
Bureau Schulden van de Gemeentelijke Kredietbank.
- 2 -