nr. 113 Artikel 4 kennisgevings- plicht inhoud kennis- 2 geving formulier Hij die het voornemen heeft over te gaan tot het oprichten, uitbreiden of wijzigen van een inrichting is verplicht van dat voornemen aan burgemeester en wethouders schriftelijk kennis geving te doen, ten minste twee weken voor het tijdstip, waarop met het oprichten, uitbreiden of wijzigen van bedoelde inrichting zal worden aangevangen Een kennisgeving, als bedoeld in het eerste lid, dient te omvatten: a. naam en adres van degene die de kennisgeving doet, alsmede van de beheerder van de in richting; b. naam en adres van de installateur die het werk zal uitvoeren; c. voor welke brandstof de inrichting is be stemd; d. een opgave van.de hoeveelheid brandstof die in de inrichting kan worden opgeslagen; e. de doeleinden waarvoor de inrichting zal dienen f. een plattegrond op een schaal van tenminste 1:100, waarop de kadastrale nummers zijn aangegeven en de plaats van de tank(s) met de daarbij behorende leidingen en de daarop aangesloten toestellen duidelijk staan aan gegeven onder vermelding of de bewaring van de brandstof "ondergronds" of "bovengronds" zal plaatsvinden. 3. Voor het doen van de in het vorige lid bedoelde kennisgeving dient gebruik te worden gemaakt van een formulier, waarvan het model door bur gemeester en wethouders wordt vastgesteld. Dit formulier en de daarbij behorende bescheiden dient te worden ingediend bij de Milieudienst. Artikel 5 reactie op 1. Binnen twee weken na ontvangst van de kennisge- kennisgeving ving delen burgemeester en wethouders aan dege ne die de kennisgeving deed, schriftelijke me de, dat ofwel: toegestaan a. de inrichting mag worden opgericht, uitge breid of gewijzigd, mits vóór het in werking brengen van de inrichting aan hen de in de mededeling nader te noemen bescheiden, als bedoeld in artikel 6, worden overgelegd, ofwel - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 632