nr. 116 Artikel 11 melding lek Onverminderd het bepaalde in artikel 9, eerste lid onder b, is een ieder die een redelijk vermoeden heeft, dat er in een inrichting een lek aanwezig is, verplicht dit vermoeden te melden aan burge meester en wethouders danwel aan de ambtenaren die zijn belast met het het toezicht op de nale ving van het bepaalde in of krachtens deze veror dening Artikel 12 beperking 1. Het bepaalde in deze verordening blijft buiten werkings- toepassing, behoudens het bepaalde in artikel sfeer 9, eerste lid, onder a, b, c en e, indien en voor zover het betreft een tank die bovengronds is geplaatst en waarin niet meer dan 200 liter kan worden geborgen. 2. Het bepaalde in déze verordening is niet van toepassing, voor zover de Hinderwet, de Afval stoffenwet, de Wet Bodembescherming en/of een provinciale verordening inzake het weren van bodemverontreiniging in waterwinplaatsen van toepassing zijn. Artikel 13 strafbe- Overtreding van het verbod als bedoeld in de arti- paling kei 5, vijfde en zesde lid, alsmede het niet na leven van een in of krachtens deze verordening op gelegde verplichting, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie en openbaarmaking van het vonnis. Artikel 14 toezicht op Het toezicht op de naleving van de bepalingen van naleving deze verordening wordt opgedragen aan de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren. Artikel 15 opsporings- 1. Naast degenen, genoemd in artikel 141 van het ambtenaar Wetboek van Strafvordering, zijn met de opspo ring van de in deze verordening strafbaar ge stelde feiten belast de door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren. - 9 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 638