Anticipatie op landelijke wetgeving Belangrijk is dat met de gemeentelijke tank verordening zoveel mogelijk wordt geanticipeerd op de toekomstige landelijke wetgeving. De tankverordening zal immers komen te vervallen zodra de in de nabije toekomst te verwachten Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) "Besluit opslag vloeibare aardolieprodukten in tanks", ex artikel 10 lid 2 sub d Wet bodembescherming, in werking treedt. Dit besluit zal ter bescherming van de bodem technische voorschriften geven voor opslag tanks die ondergronds of bovengronds staan opgesteld bij particulieren en bedrijven. Het gaat dan over de kwaliteit van tanks voor de plaat sing en tijdens en na het gebruik. Ondergrondse olietanks die op grond van dit besluit buiten gebruik worden gesteld en niet voldoen aan de in het besluit gestelde keuringseisen, dienen geheel te worden verwijderd De verwachting is dat op basis van de AMvB de gemeenten met de uitvoering zullen worden belast. Contacten met het ministerie van VROM en VNG hebben geleerd dat het wenselijk is dat gemeenten nu al maatregelen nemen. Wat het Ministe rie betreft is het zelfs niet verstandig om met de sanering van oude tanks voor huisbrandolie te wachten op het besluit. Het ministerie van VROM, het IPO en de VNG bereiden momenteel gezamenlijk een draai boek voor een actie "Tankslag" voor, waaraan uitvoering kan worden gegeven in de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van de AMvB. Gemeenten kunnen op vrijwillige basis besluiten over te gaan tot een actie "Tankslag" conform het concept van het ministerie. Om de deelname aan een dergelijke actie een meer dwingend karakter te kunnen geven is het noodzakelijk te beschikken over juridische middelen op grond waarvan tegen nalatige tankeigenaren kan worden opgetreden Inhoud Tankverordening Breda 1989 In de gemeentelijke tankverordening worden in grote lijnen de navol gende zaken geregeld. Iemand die het voornemen heeft tot het oprichten, in werking brengen, uitbreiden of wijzigen van een inrichting (d.w.z. een installatie tot het bewaren, bezigen of afleveren van vloeibare brandstoffen, waaronder begrepen de tank(s) en leidingen, alsme de de daarop aangesloten toestellen, een en ander met uitzondering van oliegestookte verwarmingsinstallaties) is verplicht dit te melden aan burgemeester en wethouders volgens een daartoe speciaal ontworpen formulier. Burgemeester en wethouders stellen algemene voorschriften op voor het oprichten, in werking brengen, houden, uitbreiden of wijzigen van een inrichting. De voorschriften worden openbaar bekend gemaakt (zie bijgevoegde concept-voorschriften) Nadat een inrichting is opgericht, uitgebreid of gewijzigd mag deze niet eerder in werking worden gebracht dan nadat door de eige naar, beheerder en/of houder van de inrichting een verklaring is overgelegd van een door het KIWA (Keuringsinstituut voor water leidingsartikelen) erkend installateur dat de inrichting is opge richt, uitgebreid of gewijzigd conform de voorschriften. Het is mogelijk van een of meer voorschriften ontheffing te krij gen, maar het is ook mogelijk dat in het belang van de bodem nadere voorschriften worden opgelegd. - 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 643