De eigenaar, beheerder en/of houder van een inrichting is ver
plicht te zorgen dat een inrichting in een goede staat van onder
houd verkeert en is verplicht bij eventuele verontreiniging van de
bodem en grondwater deze verontreiniging ongedaan te meiken.
De eigenaar, beheerder en/of houder van een inrichting is ver
plicht deze een keer per vijf jaar te laten keuren.
Wanneer een inrichting niet meer fungeert als opslagplaats van
brandstof, kunnen burgemeester en wethouders de verplichting
opleggen de brandstof uit dergelijke inrichtingen te verwijderen en
zelfs dergelijke inrichtingen onklaar te maken of te laten verwij
deren
Op basis van de concept-gebruiksvoorschriften zal voor bestaande
ondergrondse tankinstallaties de eis gelden dat deze in principe
dienen te worden verwijderd wanneer ze niet meer in gebruik zijn.
Wanneer vanwege de daaraan verbonden kosten verwijdering in
redelijkheid niet kan worden geëist, zal worden ingestemd met het
schoonmaken en vullen van de tank met zand of andere vulmassa.
De eigenaar en/of beheerder van een in werking zijnde inrichting,
welke is opgericht voor het van kracht worden van de tankveror
dening is verplicht binnen een overgangsperiode van een jaar aan
te melden waarna aan de eisen van de verordening dient te worden
voldaan
Op het niet nakomen van bepaalde voorschriften zijn sancties
gesteld.
Actie "Denk aan je tank"
De vele in onbruik geraakte huisbrandolie tanks dienen uit milieuhygië
nisch en financieel oogpunt zo snel mogelijk onschadelijk te worden
gemaakt. De eigenaar van een opslagtank is in principe aansprakelijk
voor de door lekkage veroorzaakte schade. De particulier dient in
principe zelf zorg te dragen voor de onschadelijkmaking van de tank.
Het voorkomen van bodemverontreiniging is, gezien de mogelijk om
vangrijke gevolgen voor het milieu, ook in het algemeen belang.
Het verdient de voorkeur de invoering van de onderhavige gemeentelij
ke tankverordening gepaard te laten gaan met een tanksaneringsactie
al dan niet tegelijkertijd met de landelijk voorgestane actie "Tankslag".
Een actief gemeentelijk beleid, voorlichting en een financiële tegemoet
koming in de kosten, zullen de particulier moeten stimuleren zijn mede
werking te verlenen aan de sanering van de oude olietanks.
Het ontstaan en het gedurende langere tijd blijven bestaan van de
huidige milieuhygiënisch onverantwoorde situatie is te wijten aan een in
het verleden tekortschietend inzicht in de gevolgen van de wegrottende
olietanks bij zowel de verschillende overheden - uitend in gebrekkige
regelgeving en controle - als de individuele tankeigenaar. Uitgaande
van deze gedeelde verantwoordelijkheid is een financiële bijdrage van
de gemeente wenselijk als een particulier zijn verantwoordelijkheid
onderkent en aangeeft over te willen gaan tot de schoonmaak c.q.
verwijdering van een ondergrondse olieopslagtank.
De beste manier, zo is gebleken, om een buiten gebruik gestelde olie-
-opslagtank voorgoed onschadelijk te maken is het achtereenvolgens
reinigen, verwijderen en afvoeren naar een verschrotingsbedrijf van de
tank. De second-best oplossing bestaat uit het leegmaken, schoonmaken
en afvullen met zand.
In het verleden zijn de meeste tanks niet met zand maar met water
gevuld. Dat is milieuhygiënisch gezien een minder geschikte methode.
- 5 -