SS3
gemeente Breda
PROCES-VERBAAL van de hoorzitting, gehouden op donderdag 2 maart
1989, om 19.30 uur, in het kader van de behandeling van het be
roepschrift ingevolge de Subsidieverordening welzijn 1987 van de
Vereniging Vrouwenhuis Breda, gericht tegen de voor 1989 afgege
ven subsidiebeschikking.
aanwezig
Mr. D. van Emden
Mr. J.H.J.M. van Winkel
Mr. M.H.H.M. van Raaij
raw. Veken en mw. de Heer
DrsJ. Kok
voorzitter hoorcommissie
lid hoorcommissie, tevens rap
porteur
ambtelijke bijstand hoorcommissie
namens appellante
dienst welzijn, namens burgemees
ter en wethouders
De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.
In het bijzonder mw. Veken en mw. de Heer die namens de Vereni
ging Vrouwenhuis Breda het woord zullen voeren en de heer Kok,
die volgens aangehecht besluit gemachtigd is burgemeester en wet
houders van Breda in deze zaak te vertegenwoordigen.
Vervolgens legt de voorzitter het doel van deze hoorzitting uit,
waarna hij het woord geeft aan de vertegenwoordiging van de Vere
niging Vrouwenhuis Breda.
Mw. Veken en mw. de Heer bepleiten alsnog subsidie toe te kennen
voor het kunnen betalen van een tweetal part-time medewerksters.
Betreffend pleidooi is neergelegd in een aan dit proces-verbaal
gehechte notitie.
De voorzitter vraagt hoe tot dusver de werkwijze is geweest. Is
over deze zaak overleg met de gemeente gevoerd en zijn er ook al
ternatieve voorstellen besproken
De dames Veken en de Heer antwoorden hierop dat de vereniging al
drie jaar gedurende 24 uur per week niet-betaalde krachten in
dienst heeft.
Verschillende keren is de gemeente gevraagd hiervoor fondsen ter
beschikking te stellen. Voorts wordt gemeld, dat de Vrouwenraad
wel over een betaalde kracht de beschikking heeft. De kwestie is
met de gemeente besproken zonder dat zulks tot een oplossing heeft
geleid. Alternatieven zijn daarbij niet aan de orde geweest.
De heer van Winkel merkt op dat uit de toelichting subsidiabel
programma MDSO/Volksgezondheid 1989 blijkt, dat personeelskosten
ook voor subsidiëring in aanmerking kunnen komen. Zie blz. 18 on
deraan. Hoe moet dit worden uitgelegd; wat is overigens de status
van deze toelichting?
De heer Kok antwoordt hierop dat in de activiteitensfeer in begin
sel géén subsidies worden verleend in personeelskosten. Ten deze
nr. 127