aan de raad der
gemeente Breda
<nnn?
BJZ/896802681 Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het gegrond verklaren van het door de
Stichting Clara Peuterspeelzaal ingestel
de beroep tegen de subsidiebeschikking
voor 1989.
Bij brief van 26 januari 1989, ontvangen op 31 januari 1989,
heeft de Stichting Clara Peuterspeelzaal beroep bij uw raad
ingesteld tegen het besluit van ons college d.d. 5 januari 1989
tot het verlenen van subsidie voor het jaar 1989.
Het beroep is ingesteld binnen de hiervoor in artikel 19, derde
lid, van de Subsidieverordening welzijn 1987 gestelde termijn
van 30 dagen. Appellant is daarom in zijn beroep ontvankelijk.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, lid 2, van de Rege
ling voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, zijn
zowel de appellant als het verwerend orgaan in de gelegenheid
gesteld te worden gehoord ten overstaan van de daartoe aange
wezen leden van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften.
Hiertoe vond een hoorzitting plaats op 2 maart 1989.
Het proces-verbaal van deze hoorzitting is bijgevoegd.
Het door Clara Peuterspeelzaal ingestelde beroep is, kort samen
gevat, gericht tegen het feit dat het toegekende subsidiebedrag
ten behoeve van de huisvestingskosten te laag is: in plaats van
het gevraagde bedrag van f 13.293,- is slechts een bedrag van
f 8.859,- toegekend.
Uit de jaarrekeningen 1986 en 1987 is thans echter gebleken dat
de huisvestingskosten stelselmatig hoger zijn dan gesubsidieerd.
Bij de afrekening voor de jaren 1986 en 1987 heeft dan ook een
aanpassing plaatsgevonden.
Op grond van de huidige ervaringsgegevens dient het subsidiabel
maximum met betrekking tot de huisvestingskosten voor Clara
Peuterspeelzaal verhoogd te worden tot f 13.293,-.
Gelet op het bovenstaande zijn wij van mening dat het beroep
gegrond dient te worden verklaard, met dien verstande dat het
toe te kennen subsidiabel maximum met betrekking tot de huisves
tingskosten f 13.293,-- bedraagt. Dit is derhalve f 4.434,--
méér dan in onze beschikking d.d. 5 januari 1989 werd toegekend.
De extra kosten kunnen worden opgevangen binnen de door de raad
vastgestelde subsidiabele maxima ten behoeve van kinderopvang
voor 1989.
nr.
128