nr. 13*+ 2 Met betrekking tot het onbebouwde gebied ten noorden van de afwateringssloot kan worden vermeld dat die gronden oorspronkelijk aan het bestemmingsplan waren toegevoegd, omdat het uit een oogpunt van ruimtelijke ordening niet logisch was, dat een agrarische enclave in het gebied tussen de spoorlijn en de rijksweg zou worden gehandhaafd. Het lag aanvankelijk ook in de bedoeling van het bestuur van de veiling om deze gronden te verwerven. Dit gebied is echter gebruikt als vuilstortplaats. In het kader van het gevoerde vooroverleg is door de P.P.C. verzocht de hoedanigheid van de grond waar de voormalige vuilstortplaats was gelegen na te gaan, alvorens tot vaststelling van het plan over te gaan. Gelet op de procedure die moet worden gevolgd in het kader van de interimwet bodemsanering en het feit dat het veilingbestuur inmiddels heeft laten weten geen interesse meer te hebben is de voormalige vuilstortplaats alsnog buiten het ontwerpplan gelaten. De aanwezige bedrijfsgebouwen met bijbehorende bedrijfswoningen van het veiling- en grossierscentrum zijn overeenkomstig de feitelijke toestand in het ontwerpplan opgenomen. De hoofdtoegang naar het veiling- en grossierscentrum ligt aan de Heilaarstraat en zal als zodanig ook worden gehandhaafd. Deze is ook middels een aanduiding in het plan vastgelegd. Het aan de oostzijde van de Heilaarstraat gevestigde grossiersbedrijf is eveneens in het ontwerpplan opgenomen. Dit bedrijf heeft zich op dit terrein gevestigd, omdat op het veilingterrein toendertijd geen grossiers werden toegelaten en om toch een handelsrelatie met (de bezoekers van) de veiling te behouden. In overleg met het veilingbestuur is naderhand getracht dit bedrijf te doen verplaatsen naar het veilingterrein, maar om economi sche redenen is dit niet mogelijk gebleken (de exploitant heeft reeds veel geinvesteerd in het huidige bedrijf). Ook hier zijn de aanwezige bedrijfs gebouwen met bijbehorende dienstwoning overeenkomstig de feitelijke toestand in het ontwerpplan opgenomen. Milieuaspecten bodem en geluid Bodem Uit het door bureau Oranjewoud verrichte nader onderzoek van de vuilstort plaats Westrik is gebleken dat de begrenzingen van de stortplaats buiten het huidige veilingterrein zijn gelegen. Als gevolg van uitloging van stortmateriaal is het grondwater in het freatische en in het ondiepe watervoerende pakket verontreinigd met anorganische componenten als NH4 e.d., welke voor stortplaatsen karakteristiek zijn. Geleidbaarheid (E.C.) en chemisch zuurstofverbruik (CZV) van het grondwater zijn hoog. Ook zijn enkele zware metalen aangetroffen in verhoogde gehalten. De grondwaterverontreiniging heeft zich inmiddels ca. 250 m in oostelijke richting verplaatst en is daardoor nu onder het veilingterrein terechtgekomen. De verontreiniging verplaatst zich met een snelheid van 3 tot 15 meter per jaar in oostelijke richting. Op grond van de verontreinigingen die gemeten zijn in het grondwater wordt dit water ongeschikt geacht voor consumptiedoeleinden. Gebruik van dit grondwater ten behoeve van besproeiing van gewassen wordt wel verantwoord geacht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 708