nr. 134 3 Geluid De in het ontwerp-bestemmingsplan opgenomen bestemmingen "veiling- en grossiersdoeleinden VG" en "agrarische hulp- en nevenbedrijf A.h." zijn geen geluidgevoelige bestemmingen als bedoeld in artikel 76, le lid van de Wet geluidhinder en artikel 4 van het "Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen". De reeds aanwezige bedrijfswoningen worden door een op de plankaart aange geven aanduiding op dezelfde plaats herbestemd en twee agrarische woningen aan de Leursebaan worden niet meer bestemd. Dit betekent dat bij het vaststellen van het plan geen rekening behoeft te worden gehouden met de geluidbelasting op de aanwezige woning (door rail- en wegverkeer). Vanwege het ontbreken van geluidgevoelige bestemmingen, het herbestemmen van de aanwezige bedrijfswoningen en het niet meer bestemmen van de agrarische woningen behoeft er geen rekening te worden gehouden met de ten hoogste toelaatbare waarden. Aldus is het niet nodig geweest een akoestisch rapport op te stellen. In de voorschriften is bepaald dat categorie-A-inrichtingen als bedoeld in artikel 16-1 van de Wet geluidhinder zijn uitgesloten. Het plan behoeft daarom niet te zijn voorzien van een zone als bedoeld in artikel 41 van deze wet. Met ingang van 31 oktober 1988 heeft het ontwerp van het bestemmingsplan gedurende een maand ter inzage gelegen ter gemeentesecretarie. Er zijn schriftelijke bezwaren ingediend door Aartsenfruit B.V., Heilaarstraat 240 te Breda. Appellante heeft bezwaar tegen de op de plankaart aangegeven grens met de bestemming "agrarisch hulp- en nevenbedrijf A.h.". Deze bestemmingsgrens dient op haar eigendomsgrenzen te liggen. Appellante is van oordeel dat het bebouwingspercentage op het perceel met de bestemming "agrarisch hulp- en nevenbedrijf A.h." eveneens zoals op het terrein met de bestemming "veiling- en grossiersdoeleinden V.G." 75% dient te bedragen. Appellante is van mening dat de op de plankaart aangegeven grenzen zone bedrijfswoningen uitgebreid dienen te worden in verband met de bruikbaarheid van haar perceel. Appellante stelt dat de bebouwingshoogte 12 meter dient te bedragen, terwijl de bebouwingshoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde met uit zondering van terreinafscheidingen, 20 meter dient te zijn, een en ander zoals is bepaald voor het veilingterrein. Ter overweging van de door appellante voorgestelde wijziging op het ontwerp- bestemmingsplan dient volgens appellante te worden bezien: - dat het als agrarische grond aangeduide perceel aan de Heilaarstraat- Ettensebaan wordt bestemd als industriegrond bij een toekomstige planwijziging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 710