aan de raad der
gemeente Breda
Voorstel van burgemeester en
wethouders Inzake bijgestelde en
aanvullende maatregelen tegen
discriminatie (n.a.v. het
gemeentelijk evaluatierapport
"Hoe verdraagzaam is Breda?,
4 jaar later").
In het najaar van 1984 heeft de toenmalige gemeenteraad
ingestemd met de uitgangspunten van de notitie "Hoe
verdraagzaam is Breda?" en een serie maatregelen vastgesteld
ter bestrijding van discriminatie.
In de inliggende notitie wordt de balans gemaakt van de mate
waarin de maatregelen zijn gerealiseerd en worden er
bijgestelde en aanvullende maatregelen voorgesteld.
Bij de evaluatie van de maatregelen hebben wij twee rapporten
betrokken. Het eerste rapport "niet apart, maar geïntegreerd"
is van het Landelijk Bureau Racismebestrijding en betreft
suggesties die door gemeenten kunnen worden overgenomen in het
kader van discriminatiebestrijding. Het tweede rapport is
afkomstig van het Bredaas Platform tegen discriminatie en gaat
over het functioneren van het telefonisch meldpunt in de
periode februari 1987 tot juni 1988.
Beide rapportages liggen op de gebruikelijke wijze ter visie.
Belangrijkste conclusies van de evaluatie
De meeste van de door de raad vastgestelde maatregelen zijn
vrijwel allemaal, zoveel als mogelijk is, gerealiseerd. Sommige
maatregelen als bijvoorbeeld voorlichting vergen echter meer
tijd en zullen voorlopig nog noodzakelijk blijven.
Het experiment telefonisch meldpunt tegen discriminatie wordt
na drie jaar afgebouwd.
De rapportage van het Bredaas Platform tegen dicriminatie over
het functioneren van het telefonisch meldpunt geeft inhoudelijk
en kwantitatief te weinig aanknopingspunten om een eventuele
verdere subsidiëring van het meldpunt te rechtvaardigen. Wij
hebben de rapportage met het platform besproken en hebben hen
ook van ons standpunt op de hoogte gebracht. Voor een uitge
breidere gemeentelijke reactie op het verslag m.b.t. het
telefonisch meldpunt verwijzen wij naar onze evaluatie.
De in Breda genomen maatregelen lijken, indien geplaatst tegen
de achtergrond van maatregelen die gemeenten volgens het
Landelijk Bureau Racismebestrijding mogelijkerwijs kunnen nemen
in het kader van discriminatiebestrijding, redelijk effectief
te zijn en van voldoende kwaliteit.
Wij achten het desondanks noodzakelijk om, op grond van de
evaluatie over de afgelopen 4 jaar, te komen met een aantal
bijgestelde en aanvullende maatregelen.
De maatregelen zijn voor het merendeel een verdere aanscherping
van de in 1984 genomen maatregelen. Ons college beseft zeer wel
dat discriminatiebestrijding niet alleen een zaak is van het
Wlz/887008642