Contract/algemeen breiding. Op deze wijze wordt het risico van een niet correcte planning verplaatst naar (in dit voorbeeld) openbare werken. 2.4 Sancties en beloningen a. De directeur is verantwoordelijk. In principe is de relatie tussen het college en het hoofd van dienst, dat als partner in contractmanagement wordt betrokken die van bestuur versus ambtenaar. D.w.z. de sanctiemogelijkheden van het college ten aanzien van de contractsdirekteur bij niet nakomen van contractsverplichtingen zijn die welke voortvloeien uit het algemeen ambtenarenreglement. b. De verdeling van het resultaat. De uitvoering van een contract kan aanleiding geven tot een resultaat (positief of negatief). Zo'n resultaat kan het gevolg zijn van: bezettingsverschillen, prijs verschillen dan wel efficiencyverschillenDaarnaast kunnen dergelijke verschillen van incidentele dan wel van strukturele aard zijn. Als regel geldt dat het resultaat wordt toegvoegd aan cq wordt betaald uit het contractegalisatiefonds (waar bij de omvang van dit fonds wordt begrensd en een even tueel overschot boven deze grens wordt afgedragen aan de algemene dienst). Op grond van analyse van het resultaat wordt nagegaan of de strukturele elementen ervan aanleiding geven tot bijstellen van een eventueel nieuw contract. c. Indien een positief contractresultaat wordt gereali seerd, wordt een deel hiervan (in het contract wordt dan aangegeven hoe groot dit deel is) bestemd voor het verbeteren van de arbeidsomstandigeheden of de aanschaf van speciale bedrijfsmiddelen. De feitelijke aanwending van dit deel van het resultaat wordt door de directeur in overleg met het managementteam en de medezeggen schapscommissie bepaald. 2.5 Rapportages De contractdienst rapporteert drie maal per jaar over de voortgang van het contract tot en met het verstreken kwar taal vdef/mei 1989 - 8 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 770