MODEL-VERORDENING BETREFFENDE EEN EXPERIMENTELE REGELING OVER AANSPRAAK OP OUDERSCHAPSVERLOF Artikel 1 Belanghebbende is de medewerker die een dienstbetrekking van ten minste een jaar bij de gemeente heeft, en een werkweek vervult van ten minste gemiddeld 16 uur per week. Artikel 2 De belanghebbende die als ouder in familierechtelijke betrekking staat tot een kind, onderscheidenlijk de belanghebbende die blijkens verklaringen uit het bevolkingsregister op hetzelfde adres woont als een kind en duurzaam de verzorging en opvoeding van dat kind als eigen kind op zich heeft genomen, heeft recht op ouderschapsverlof met gedeeltelijk behoud van bezoldiging. Artikel 3 1. Het ouderschapsverlof bedraagt een aaneengesloten periode van ten minste één en ten hoogste zes maanden over ten hoogste de helft van de voor belanghebbende geldende arbeidsduur per week met een minimum van 8 uur. 2. De belanghebbende meldt het voornemen om ouderschapsverlof te nemen ten minste twee maanden voor het tijdstip van ingang van het ouderschaps verlof 3. Het ouderschapsverlof wordt toegestaan indien het dienstbelang zich daartegen niet verzet. In geval van roosterdiensten kan in onderling overleg worden gekozen voor een aangepaste invulling van de regeling. Artikel 4 1. Gedurende het ouderschapsverlof heeft belanghebbende recht op 75% door betaling van de bezoldiging over de arbeidsduur waarvoor het ouder schapsverlof geldt. 2. Wanneer belanghebbende ambtenaar is in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet komt gedurende het ouderschapsverlof het deel van het pensioenbijdrageverhaal, dat belanghebbende bij volledige functie-uitoefening moet afdragen, minus het pensioenbijdrageverhaal, dat gedurende het ouderschapsverlof moet worden afgedragen, voor rekening van de werkgever. 3. Er komt als gevolg van de toekenning van ouderschapsverlof geen wijzi ging in de omvang van de bijdrage aan het Instituut Ziektekostenvoorzie ning Ambtenaren die de belanghebbende moet afdragen. 4. Het inhoudingspercentage krachtens de Inhoudingswet Overheidspersoneel 1982 ondergaat geen wijziging als gevolg van de toekenning van ouderschapsverlof

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 791