aan de raad der gemeente Breda nr. 151 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verstrekken van geldleningen t.b.v. de finan ciering van het contingent sociale woningbouw 1989. Zoals Uw raad wellicht bekend, wordt m.i.v. 1989 door het rijk niet meer deelgenomen in een eventueel verlies voortvloeiende uit het garanderen van geldleningen door de gemeenten ten behoeve van de financiering voor de sociale woningbouw. Hiervoor in de plaats is het waarborgfonds sociale woningbouw opgericht Werking van het waarborgfonds. a. Corporatie dient zelf verzoek in bij waarborgfonds. b. Waarborgfonds toetst solvabiliteit van die corporatie. c. Corporatie trekt zelf een lening aan. d. De gemeente dient voor iedere lening afzonderlijk de "achtervang" positie te aanvaarden. e. Het rijk geeft een algemene "achtervangverklaring" af. f. Waarborgfonds onderzoekt jaarlijks de financiële positie van de corporatie. Uitvloeisel hiervan is dat het waarborgfonds in overeenstemming met de gemeente aanwijzingen kan geven t.a.v. het beheer. Het waarborgfonds wordt pas aangesproken als het Centraal Fonds - dat is ingesteld om bijdragen te verlenen voor de sanering van corporaties - niet bereid is of niet meer in staat is te saneren, en ook buiten het centraal fonds om geen sanering meer tot stand kan komen. De middelen van het fonds (het garantievolume). a. De deelnemende corporaties betalen: - 1,25% van het leningsbedrag (een achtergestelde lening die niet terugvorderbaar is waar wel rente over wordt vergoed) - Een disagio van 0,75% over het leningsbedrag. - Een obligo voor 2,5% van het leningsbedrag (te betalen wanneer het vermogen van het waarborgfonds onder 0,25% van het gegarandeerde volume daalt). - Administratiekosten voor het jaarlijks toezicht en (eenmalig) voor de eerste registratie. F/896BG5513

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 800