nr. 9 - 3 - Uitgangspunt van de Wegenwet is, dat onttrekking aan het openbaar verkeer van een daartoe dienende weg of pad, zolang deze nog voor het verkeer van betekenis is slechts dient te worden overgegaan indien daarvoor overwegende redenen bestaan en het algemeen belang zich er niet tegen verzet. In de eerste plaats constateren wij, dat het onderhavige pad slechts een zeer beperkte functie heeft. De bezwaarmakers verzetten zich dan ook niet tegen het opheffen van het pad omdat deze voor hen en andere weggebruikers een belangrijke c.q. onmisbare verkeersfunctie vervult. Voor zover deze wel wordt gebruikt als fietsroute wordt gesteld, dat het eigenlijk alleen maar een sluiproute is. Uit functioneel oogpunt bestaat er geen bezwaar het pad aan het openbaar verkeer te onttrekken. Het belang van het bedrijf dat aan Bergschot is gevestigd is daarbij van voldoende gewicht om de opheffing van het pad te rechtvaardigen. Teneinde elke twijfel aan een correcte en verantwoorde besluitvorming uit te sluiten, stellen wij u separaat voor een vervangende verbinding aan te leggen tussen Bergschot en Tilburgseweg Geen enkel bezwaar heeft betrekking op een eventuele benadeling vanwege het onttrekken van het pad aan het openbaar verkeer. De bezwaren richten zich in feite op de consequenties (bebouwing, afrastering) en bezwaren tegen de aanleg van de alternatieve route. Hoewel de aard van de bezwaren tegen de onttrekking van het pad aan het openbaar verkeer er niet toe nopen over te gaan tot de aanleg van de alter natieve route, achten wij dit toch van belang. Het achterwege laten van de alternatieve verbinding zou een verschraling van de verbinding voor het langzame verkeer met name richting Dorst betekenen. De alternatieve verbinding 1. voldoet aan de eisen voor een bromfietspad; 2. geeft een betere verbinding op de fietspaden langs de Tilburgseweg; 3. maakt de realisering van een goede verlichting mogelijk; 4. geeft een aanmerkelijk kortere verbinding tussen Bergschot en de Tilburgseweg 5. waarborgt de sociale veiligheid beter. Wat het bestemmingsplan betreft kan worden opgemerkt, dat het te vervallen pad als zodanig niet is aangegeven in het bestemmingsplan, terwijl het bestemmingsplan zich tevens niet verzet tegen de aanleg van het alternatieve pad. Op het te verkopen terrein is bebouwing mogelijk zoals in het verslag van de bijeenkomst van 30 mei 1988 is aangegeven. Hoewel in het kader van de Wegenwet juridisch wellicht niet geheel relevant willen wij toch nog wel ingaan op een aantal gemaakte opmerkingen. Aantasting van het groen ter plaatse van het tracé van het alternatieve pad is dermate beperkt, dat wij dit verantwoord achten. Het pad wordt aangelegd zo dicht mogelijk langs het hekwerk van het bedrijf. Nog verder oostelijk is niet mogelijk omdat het pad dan niet op de juiste plaats uitkomt op Bergschot. De meest veilige plaats is gelegen precies in de bocht. Tijdens de informatieavond is ook uitgelegd waarom dat zo is. Zowel voor bromfietsers als voor auto's is dan het zicht op elkaar daar optimaal. Plaats en vormgeving van de aansluiting is zodanig gekozen, dat de voorrangs situatie voor eenieder duidelijk is. Het plaatsen van aanvullende bebording lijkt ons voorshands niet nodig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 82