SOS aan de raad der gemeente Breda nr. 171 Voorstel van Burgemeester en wethouders tot vaststelling van het meerjarenplan Rijkssub sidieregeling Restauratie Monumenten 1994-1998 0 Wlz/89700488l Om in aanmerking te komen voor een budget ten behoeve van restauraties van Rijksmonumenten dient ieder jaar een meerjarenplan ingediend te worden. Dit meerjarenplan is een onderdeel van de Rijkssubsidieregeling Restauratie Monumenten (RRM)De minister wijst op basis van dat plan aan de gemeente een budget toe. Dit budget komt pas over vijf jaar ter beschikking voor restauraties (199*0» maar vanaf 1 januari 1990 kan het budget verdeeld worden. Daarom spreekt men van de jaarschijf 1994. Het meerjarenplan bevat de jaarschijf, alsmede de plannen voor de daarop volgende 4 jaar. Derhalve is thans het meerjarenplan 1994-1998 aan de orde. Het meerjarenplan bevat een overzicht van de in technische zin matige of slechte monumenten. Dit overzicht treft U aan op de bijlage. Hierop is ook een indicatie afleesbaar wat de kosten van restauratie zijn, alsmede het maximale budget dat toegewezen zou kunnen worden. Omdat het totaal beschikbare subsidie in onvoldoende mate de restauratiebehoefte dekt, wordt een verdeelsleutel toegepast voor de toewijzing van de budgetten aan de gemeenten. Criteria voor de opname in het meerjarenplan zijn: - de fysieke conditie van het pand; - de bereidheid tot restaureren; - de benodigde termijn van restaureren; - de beschikbaarheid van middelen; - de opstelling van een onderhoudsplanning; - de prioriteitstellingen op grond van concentratiegebieden. De laatste twee criteria zijn voor de opstelling van het meerjarenplan 1994-1998 niet van belang geweest. Op grond van contacten met eigenaren die een restauratie willen aanvangen, is de hoogte van het gewenste budget al van dien aard dat toepassing van die criteria niet relevant meer is. Het verheugt ons te kunnen meedelen dat sinds de invoering van de RRM (1986) de eigenaren reeds zodanig op de hoogte zijn van de methodiek, dat zij zelf verzoeken in het meerjarenplan te worden opgenomen. Een ander positief aspect hierbij is dat het gerechtvaardigd is te veronderstellen dat de verschillende jaarschijven volledig zullen worden gebruikt, zodat de gemeente voor de hoogst mogelijke bijdrage in aanmerking kan blijven komen. Wordt het budget namelijk niet volledig aangewend, dan verdeelt de minister de resterende gelden opnieuw over de gemeenten die daaraan wel voldoen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 888