nr. 178
5
1989, mede in verband het de gestelde brandveiligheidseisen aan
de panden in de Baronielaan zijn aangevangen op 8 mei 1989. De
nieuwe huisvesting zal>als gevolg hiervan, aldus dit schrijven,
volgens planning medio 1990 kunnen worden opgeleverd.
De commissie heeft kennisgenomen van dit schrijven. Naar mag
worden verwacht zal hierdoor bij de Raad voor de Kinderbescher
ming in ieder geval enige onduidelijkheid worden weggenomen
omtrent de vraag, wanneer men zal kunnen verhuizen. De commissie
is echter, in navolging van de opvattingen van de brandweer,
alsmede de Raad voor de Kinderbescherming en zijn personeel, van
oordeel dat voor de periode dat de raad nog gehuisvest zal zijn
in de panden Baronielaan 171/173, de huidige brandonveilige
situatie - met name het ontbreken van veilige vluchtwegen - niet
langer kan voortduren. Ook deze beroepsgrond wordt door de com
missie daarom ongegrond geacht.
In dit kader heeft de commissie bovendien overwogen, dat de
gebruikstoestemming ingevolge artikel 57 van de Brandbeveili
gingsverordening niet alleen geldt voor de huidige gebruiker,
maar ook voor zijn rechtverkrijgenden. De Raad voor de Kinderbe
scherming zal weliswaar op termijn het pand verlaten, doch het
is niet zeker dat het pand vervolgens niet wederom voor kantoor
doeleinden zal worden gebruikt. Los van de vraag of de panden in
dat stadium al dan niet als rijkspanden zullen worden afgesto
ten
Concluderend komt de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften
tot het advies, om de ingestelde beroepen ongegrond te verkla
ren
Wij stellen u voor om overeenkomstig het advies van de Commissie
voor bezwaar- en beroepschriften te besluiten. Een ontwerp
besluit is bijgevoegd.
Het proces-dossier met alle op deze zaak betrekking hebbende
stukken ligt ter inzage.
De Commissie algemene zaken kan zich met dit voorstel verenigen.
Voorstel
Burgemeester en wethouders van Breda,
M.P.W.C. van Veen
F.M. Feij
burgemeester
secretaris