SH aan de raad der gemeente Breda Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent restitutie stookkosten complex 168 Kasterleestraat BJZ/896805324 Bij brief* van 12 juli 1988 heeft de Huurdersbelangenvereniging Flats Kasterleestraat om een restitutie verzocht ten behoeve van de flats, vallend onder het zogenaamde complex 168 Kasterleestraat, van 345,- per flat per stookseizoen wegens teveel aan de gemeente betaalde stookkosten voor geleverde energie. Blijkens het verzoek gaat het daarbij over 5 stookseizoenen, te weten 1982/1983, 1983/1984, alsmede 1984/1985, 1985/1986 en 1986/1987. De reden van dit verzoek is gelegen in de omstandigheid, dat aan de bewoners van de flats in de Joris Nempestraat Wensel Coberghestraat bij wege van een door de gemeente ingestelde deskundigen-commissie ter zake van een identieke kwestie bij bindend advies eenzelfde bedrag is toegekend. Gezien het feit, dat de bewoners van de onderhavige flats destijds in precies dezelfde omstandigheden verkeerden, is voormelde vereniging van mening, dat betreffende flatbewoners eveneens en wel in dezelfde mate voor restitutie van stookkosten in aanmerking komen. In verband met de verzelfstandiging van het gemeentelijk Energie- en Waterbedrijf was omtrent deze kwestie nader overleg met de N.V. Enwa noodzakelijk. Betrokken vereniging is derhalve een ontvangstbevestiging gezonden en tevens is mededeling gedaan van het noodzakelijke overleg. Naar aanleiding van het gehouden overleg moet worden vastgesteld, dat de situatie met betrekking tot het complex Kasterleestraat inderdaad nagenoeg analoog was aan de situatie in de Joris Nempestraat Wensel Coberghestraat. Het enige verschil is gelegen in het feit, dat gedurende de stookseizoenen 1982/1983 en 1983/1984 abusievelijk verzuimd is een vergoeding voor warmtapwater in rekening te brengen. Het door de betrokken flatbewoners in verband daarmede genoten voordeel komt ruwweg overeen met de voor deze stookseizoenen gevraagde tegemoet koming. Gelet hierop zijn wij van oordeel, dat er slechts reden is de laatste 3 stookseizoenen voor restitutie van teveel betaalde stookkosten in aanmerking te nemen. Uit een oogpunt van gelijke behandeling zijn wij voorts van mening,dat het onderhavige verzoek voor het overige qua hoofdlijn gehonoreerd zou dienen te worden. Voor wat betreft de hoogte van de terug te betalen vergoeding dient, naar het ons voorkomt, aansluiting te worden gezocht bij het ter zake gegeven bindende advies* met betrekking tot de Joris Nempestraat Wensel Coberghestraat nr. 190

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 952