- 2 -
224
Invorderingswet 1990
Op 1 juni 1990 is in werking getreden de Invorderingswet 1990.
Deze wet vervangt de Invorderingswet 1845. Omdat de Invorder
ingswet 1990 ook van toepassing is op de invordering van de
heffingen van lagere overheden, dienen de belastingverordeningen
aan de nieuwe wettelijke bepalingen te worden aangepast.
Zo dient het artikel waarin de regels met betrekking tot uitstel
van invoering van de rentebepalingen zijn opgenomen, te worden
geschrapt omdat deze regels bij de Invoeringswet Invorderingswet
1990 automatisch zijn uitgesteld tot 1997.
Voor de terpostbezorging of uitreiking van aanslagbiljetten is
het mogelijk een andere gemeente-ambtenaar dan de gemeente-ont
vanger of - de op grond van artikel 127a van de gemeentewet
aangewezen functionaris - in de plaats te laten treden.
Verder is voor de belastingschuldige of aansprakelijkgestelde de
verplichting opgenomen om ten aanzien van de invordering infor
matie en/of inzage in boeken te verstrekken aan de ontvanger.
Belastingverordeningen 1991
Het bovenstaande leidt tot wijziging c.q. vaststelling van de
verordeningen met betrekking tot de heffing van:
1. Onroerend-goedbelastingen;
2. Precariorechten;
3 Leges
4. Rioolrechten;
5. Hondenbelasting;
6. Marktgelden.
De vigerende verordeningen, waarin met rood de wijzigingen zijn
aangebracht, hebben wij ter inzage gelegd.
Ad 1. Onroerend-goedbelastingen
Voor het jaar 1990 wordt per 3.000,-- waarde in het economi
sche verkeer geheven, ten laste van:
de genothebbenden krachtens zakelijk recht 6,77
de feitelijke gebruikers 5,42
Indien deze tarieven met 2,6% worden verhoogd, bedragen deze
voor
de genothebbenden krachtens zakelijk recht 6,95
de feitelijke gebruikers 5,56
Op grond van de Wet limitering onroerend-goedbelastingen, leges
en rechten van 3 juli 1989 (Stb. 1989, 302) mag het tarief van
de genothebbenden krachtens zakelijk recht niet hoger worden
vastgesteld dan tot 125% van het tarief van de feitelijke
gebruikers. Bovengenoemde tarieven voldoen dus aan dit wettelijk
criterium
Opbrengst
Uit de bestanden die voor het belastingjaar 1990 aan de Belas
tingdienst zijn aangeleverd, blijkt dat de totale grondslag
waarde in het economisch verkeer bedraagt voor de: