224
Bij de vaststelling van de bijgevoegde ontwerp-Legesverordening
Breda 1991 wordt voldaan aan het bepaalde in de Wet limitering
onroerend-goedbelastingenleges en rechten.
Ad 4Rioolrechten
In de Kadernota 1988 is aangegeven, dat het rioolrecht gedurende
een termijn van vijf jaar zal worden verhoogd met 5,00 per
aansluiting per jaar. De extra opbrengst die hiermede wordt
verkregen wordt aangewend voor de verbetering van het riolering
stelsel. Tevens zullen in het jaar 1991 extra kosten moeten
worden geraamd omdat het rioolbeheer en de huisaansluitingen
riolering tot personeelsuitbreiding noopt. Wij stellen U daarom
voor het rioolrecht per aansluiting met 3,-- per jaar extra te
verhogen waardoor een structurele meeropbrengst van 165.000,--
kan worden gerealiseerd.
Voor 1990 gelden de volgende tarieven:
6,26 per maand bij een afname t/m 200 m~ water;
8,26 per maand bij een afname van 201 t/m 600 m~ water;
10,26 per maand bij een afname va^ 601 tot 1.000 mJ water.
Eij een afname van meer dan 1.000 m water is het rioolrecht B
verschuldigd-. Het tarief voor het rioolrecht B bedraagt thans
0,12 per m geloosd water.
In de ontwerp-verordening tot wijziging van de "Verordening
rioolrechten Breda 1989" is het tarief voor het rioolrecht A
gesteld op: 3
6,93 per maand bij een afname t/m 200 m3 water;
8,93 per maand bij een afname van 201 t/m 600 m_ water;
10,93 per maand bij een afname van 601 tot 1.000 m water.
Voor 1991 worden de kosten van de gemeentelijke riolering als
volgt geraamd:
Kapitaallasten 3.461.835,--
Exploitatielasten 1.464.316,--
Totaa!
Bij de heffing van de voorgestelde tarieven kan een opbrengst
worden geraamd van:
Rioolrecht A 4.636.000,
Rioolrecht B 431000 --
Totaal f= =.§±Q§l±QQQj.zz
Bij deze opbrengst is rekening gehouden met 50.000.-- aan
vermoedelijke kwijtschelding van het rioolrecht.
Daar de "Verordening Rioolrechten Breda 1989" is vastgesteld
vóór de datum van inwerkingtreding van de Wet limitering onroe
rend-goedbelastingen, leges en rechten, geldt voor het bepaalde
dat de geraamde opbrengst niet mag uitgaan boven de terzake
geraamde gemeentelijke uitgaven een overgangstermijn tot 1994.