nr. 14 9 2. Het verschil tussen de inbrengwaarde bedoeld in artikel 21, lid 1 en de daartegenoverstaande boekwaarde, dan wel de inbrengwaarde in zijn geheel, indien de gronden bestaand openbaar gebied betreffen, wordt geboekt op een afzonder lijke rekening "Inbrengreserve" 3De inbrengreserve wordt aangewend ten behoeve van gronden en opstallen waarvan de feitelijke boekwaarde van de in te brengen gronden de inbrengwaarde als bedoeld in artikel 20 overtreft 4. Ten laste van de exploitatie van de in artikel 17, lid 1 bedoelde uitvoeringsplannen wordt een bijdrage gestort op de rekening "Bijdrage grote werken". Deze rekening wordt aange wend ter dekking van de kapitaalsuitgaven van het bedrijf inzake bovenwijkse en grootstedelijke voorzieningen. De bepaling van de in dit lid bedoelde bijdrage geschiedt op basis van door de burgemeester en wethouders, de kommissie gehoord, vast te stellen omslagberekeningen. De bijdragen worden per exploitatiegebied geadministreerd. 5. Uit de algemene reserve dan wel uit een bijdrage door de algemene dienst wordt ten behoeve van de in artikel 16 onder a. bedoelde gronden en opstallen een voorziening gevormd die in de eerste plaats dient tot dekking van te verwachten verliezen. De raad bepaalt op basis van door het bedrijf overlegde risiko-analyses welk bedrag aan deze voorziening wordt toegevoegd dan wel welk bedrag vrijvalt. 6. Uit het resultaat op de in artikel 16 onder b. bedoelde gronden en opstallen wordt een voorziening gevormd die in de eerste plaats dient tot dekking van te verwachten verliezen. De raad bepaalt, welk bedrag aan deze voorziening wordt toegevoegd dan wel welke bedrag vrijvalt. Zolang het komplex nog niet geheel is uitgegeven, worden de resultaten als "voorlopig" beschouwd en per exploitatiegebied afzonderlijk geadministreerd. Bij liquidatie van het komplex wordt de voorziening overgebracht naar de algemene reserve. 7. Uit het resultaat op de in artikel 16 onder c. bedoelde gronden en opstallen wordt een voorziening gevormd die dient tot dekking van de bij het beëindigen van de erfpacht eventueel verschuldigde vergoeding voor opstallen. De raad bepaalt welk bedrag aan deze voorziening wordt toegevoegd dan wel welke bedrag vrijvalt. KAPITAALSUITGAVEN Arikel 26. Geen kapitaalsuitgaven mogen worden gedaan dan voor zover zij op de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begroting zijn geraamd of bij een door dit kollege goedgekeurd besluit van de raad aan de begroting zijn toegevoegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 101