- 17 -
224 c
a. 100.000,-- of minder: 15,90 °/oo met een
minimum van 44,95
voor de berekening van de verschuldigde
leges worden de begrote kosten, voor zover
deze het bedrag van 1.000,--
overschrijdennaar beneden afgerond op een
veelvoud van 1.000,--
b. meer dan 100.000,-- 1.590,--
benevens 14,98 °/oo van elk heel bedrag van
1.000,van de begrote kosten boven
100.000,--;
2. De leges voor het afgeven van een sloopvergun
ning als bedoeld in artikel 305 van de bouwver
ordening voor de gemeente Breda, zonder dat ge
lijktijdig een vergunning als in het eerste lid
bedoeld wordt verleend, bedragen 41,90
3. De leges bedragen voor het verlenen van een
aanlegvergunning als bedoeld in de Wet op de
ruimtelijke ordening, wanneer de begrote kosten
van het werk, met inbegrip van de omzetbelas
ting, waartoe de vergunning wordt verleend door
of vanwege burgemeester en wethouders overeen
komstig het bepaalde in het zesde en zevende
lid hiernavolgend zijn bepaald op:
a. 10.000,-- of minder 41,90
b. meer dan 10.000,-- 62,70
4. a. De leges voor een toegestane wijziging op
een reeds verleende bouwvergunning of aanleg
vergunning bedragen, indien het bedrag der
overeenkomstig het eerste lid vastgestelde
bouwkosten, of kosten gelijk blijft of lager
wordt 41,90
b. indien het bedrag der bouwkosten of kosten
tengevolge van de wijziging hoger wordt,
worden de verschuldigde leges overeenkomstig
het bepaalde in het eerste lid berekend over
het verhoogde bedrag der begrote bouwkosten
c.q. kosten;
c. bedraagt het verschil tussen het onder b.
bepaalde legesbedrag en het voor de eerder
verleende vergunning verschuldigde bedrag
minder dan 41,90 dan wordt aan bijkomende
leges ten minste een bedrag geheven van
41,90
5. Indien het verlenen van de vergunning als
bedoeld in de voorgaande leden is voorafgegaan
door een openbare bekendmaking ter plaatse op
het bouwperceel en/of in een of meer dagbladen,
worden de overeenkomstig die leden verschuldig
de leges verhoogd met 224,50
6. De in het eerste, derde of vierde lid bedoelde
begroting van kosten wordt door of vanwege bur
gemeester en wethouders vastgesteld, uitgaande
van de door de aanvrager over te leggen raming,
tekening(en) en bestek(ken). Bij deze vaststel
ling wordt gehanteerd het bepaalde bij artikel
15, derde lid, onder e, van de bouwverordening.