224 c
Bij de vaststelling van de begrote kosten is de
aftrek der belasting, bedoeld in artikel 2,
juncto artikel 15 van de Wet op de omzetbelas
ting 1968, uitgesloten. Bij nota wordt door of
namens burgemeester en wethouders aan de aan
vrager kennis gegeven van deze vaststelling.
Indien de bij de aanvrage om vergunning overge
legde begroting van kosten onjuiste gegevens
bevat, wordt het bedrag van de geraamde kosten
alsnog overeenkomstig de bouwverordening vast
gesteld op een bedrag dat in overeenstemming
moet worden geacht met de reële bouwkosten en
worden de leges naar dat bedrag berekend.
7. Indien de in het eerste, derde en vierde lid
bedoelde vergunning, voordat daarvan gebruik is
gemaakt binnen een jaar na dagtekening, wordt
ingetrokken om redenen bij de vergunninghouder
gelegen of ambtshalve wordt ingetrokken op
grond van artikel 52 van de Woningwet wordt aan
leges berekend 3/8 deel van hetgeen krachtens
het eerste lid verschuldigd is, met een minimum
van 41,90 in voorkomende gevallen vermeerderd
met het bedrag dat op grond van het bepaalde in
het vijfde lid is verschuldigd.
8. Indien de gevraagde vergunning niet wordt ver
leend wordt aan leges geheven 51,55
Indien de gevraagde vergunning niet wordt ver
leend en het verzoek om vergunning is gepubli
ceerd in een of meer dagbladen wordt bovendien
het in lid 5 bedoelde bedrag aan leges geheven
van 224,50
9. De leges bedragen voor het afgeven van een
toestemming als bedoeld in artikel 56 van de
Woningwet (onttrekking woonruimte) 100,--
10. Indien een bouwvergunning alleen kan worden
afgegeven na herziening c.q. wijziging van het
bestemmingsplan, worden de overeenkomstig het
eerste lid verschuldigde leges verhoogd met
8 °/oo van de begrote kosten voorzover deze het
bedrag van 250.000,-- niet overschrijden.
Wordt genoemd bedrag overschreden dan wordt
over de overschrijding 5 °/oo geheven. Deze
verhoging kan niet minder bedragen dan 800,--
en niet meer dan 100.000,--;
11. In geval een bouwvergunning alleen kan worden
verleend met toepassing van artikel 11, 17, 18,
18a, 19 of 19a van de Wet op de ruimtelijke
ordening en/of artikel 50 lid 8 van de Woning
wet, worden de overeenkomstig het eerste lid
verschuldigde leges verhoogd met 5 °/oo van de
begrote kosten met dien verstande dat deze
verhoging niet minder kan bedragen dan 100,--
en niet meer dan 50.000,--.
- 18 -