gemeente Breda
224
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 272, aanhef en onderdeel h, en 277, eerste
lid, aanhef en onderdeel b, ten eerste, van de gemeentewet;
besluit
vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de
Verordening rioolrechten Breda 1989:
Artikel I
Artikel 5, eerste lid wordt geschrapt. In de plaats daarvan wordt
een nieuw eerste lid vastgesteld, luidende als volgt:
Artikel 5
Tarief 1. Het rioolrecht A bedraagt per kalendermaand, bij
een afname als in artikel 4 bedoeld:
tot en met 200 m_ water 6,93
201 tot en met 600 m, water 8,93
601 tot 1.000 m water 10,93
Artikel II
Artikel 11 wordt geschrapt. In de plaats daarvan wordt een nieuw
artikel vastgesteld, luidende als volgt:
Artikel 11
Overdracht Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat voor
bevoegdheid de terpostbezorging of uitreiking van aanslagbil-
verzending jetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de
aanslagbil- Invorderingswet 1990 (Stb. 221) voor de gemeente-
jetten ontvanger of de op grond van artikel 127a van de
gemeentewet aangewezen functionaris een andere
gemeente-ambtenaar in de plaats treedt.
Artikel III
Artikel 12 wordt geschrapt. In de plaats daarvan wordt een nieuw
artikel 12 vastgesteld, luidende als volgt:
Artikel 12
Nakoming van De verplichtingen, bedoeld in de artikelen 47, 50
verplich- en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
tingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de
Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gelden mede jegens
de door burgemeester en wethouders aangewezen
ambtenaren der gemeentelijke belastingen.
a