aan de raad der
gemeente Breda
234
BP/9 O 6812 64 2
Voorstel van burgemeester en wet
houders over de nota "Breda ligt
goed"
1Inleiding
In de vierde nota ruimtelijke ordening formuleerde de regering
het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief voor ons land op weg
naar de 21e eeuw. Een van de ontwikkelingselementen in dit
perspectief was het versterken van de (als zodanig aangewezen)
stedelijke knooppunten.
In aansluiting op de aanwijzing van Breda als één van de
stedelijke knooppunten heeft ons college besloten tot de
inventarisering van een aantal concrete, voor de ontwikkeling
van Breda belangrijke, projecten, hetgeen voorts heeft geleid
tot een herbezinning op en herformulering van beleidsvoornemens
voor de komende periode.
Deze beleidvoornemens zijn neergelegd in de nota "Breda ligt
goed" (hieronder aan te duiden als het "Masterplan")Met de
opsomming van de in het Masterplan opgenomen projecten is ove
rigens allerminst gepoogd een uitputtende inventarisatie te
maken van de projecten in alle beleidssectoren. Met nadruk is
gekozen voor die projecten die meer dan lokale betekenis heb
ben, dan wel die slechts tot stand kunnen komen door meer dan
alleen lokale samenwerking.
In overeenstemming met de afspraken ter zake in het program
akkoord is het Masterplan aan de leden van Uw raad aangeboden.
Sedert het ter perse gaan van het Masterplan heeft zich evenwel
met betrekking tot de knooppunt status van Breda een aantal
ontwikkelingen voorgedaan, waarvan het wenselijk is dat zij bij
Uw behandeling van het Masterplan worden betrokken. Wij stellen
ons voor in dit preadvies in het kort op die ontwikkelingen in
te gaan en daarmee het Masterplan zelf te actualiseren.
2Stedelijk knooppunt - regionaal knooppunt
Bij de parlementaire behandeling van de vierde nota ruimtelijke
ordening is in de Tweede Kamer een motie aangenomen (motie 44)
die de regering uitnodigt een onderscheid te maken tussen de
knooppunten als volgt:
(inter)nationaal Amsterdam, Rotterdam, Den Haag - op deze 3
steden slaat het "(inter)" -, Arnhem/Nij
megen, Eindhoven, Groningen en Utrecht;
euregionaal Enschede/Hengelo en Maastricht/Heerlen;
regionaal Breda, Leeuwarden, Tilburg en Zwolle.