- 2 - 251 Breda is voor het vervolg van de actie in 2 delen opgesplitst. In eerste instantie zijn circa 1.000 tankeigenaren, geselecteerd op wijk, aangeschreven om zich definitief aan te melden. In de eerste ronde zijn 800 tanks voor behandeling aangemeld. Dat is al een beduidend groter aantal dan het eerder, op basis van ervaringen van andere gemeenten met soortgelijke acties, geraamde totaal van 550 deelnemers. Circa 500 tankeigenaren moeten nog in een tweede ronde worden aangeschreven. Met eenzelfde deelnamebereidheid en met een na-ij1-effeet van vermoedelijk 5% komt het totaal aantal aanmeldingen voor behandeling in het kader van de actie "Denk aan je tank" op ongeveer 1.250. Dit betekent 700 extra verzoeken om een gemeentelijke bijdrage. Tevens zal veel meer tijd dan tevoren geraamd moeten worden om te besteden aan begeleiding en toezicht. Ons college heeft zich tot het ministerie van V.R.O.M. gewend, met een aantal vraagstukken, voortvloeiend uit de uitvoering van de actie. Daarbij het verzoek om een bijdrage van het Rijk in de actie. De reactie van de minister van V.R.O.M. is voor ons ronduit teleurstellend. Het "Besluit uitvoering gemeentelijk milieubeleid" geeft al een aanzet voor een vergoeding van de gemeentelijke personele kosten in de actie en meer zit er niet in. Inmiddels heeft ons college de minister bericht over onze teleurstelling en daarbij wederom gemotiveerd om een wezenlijke rijksbijdrage verzocht. De onverwacht grote deelnamebereidheid betekent, bij voortgang van de actie, een forse overschrijding van het reeds beschikbare krediet. Uit milieu-oogpunt is het zeer wenselijk dat alle aangemelde tanks op de door de gemeente voorgeschreven wijze worden behandeld. Daarnaast komt de overheid bij het halverwege - wegens te groot succes - stoppen met de actie bij de bevolking als zeer ongeloofwaardig over. Uw raad wordt daarom voorgesteld voor de behandeling van nog eens 700 tanks een extra krediet beschikbaar te stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 1170