- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg 265 A
signaalfunctie) richting (locale) overheid is daarbij een van
de te realiseren hoofddoelen;
3Met betrekking tot de constatering in de eindrapportage ten
aanzien van een verschuiving van personele naar materiële
kosten (4.2) zal het beleid er primair op gericht zijn
materiële kosten juist te beperken ten gunste van personele
voorzieningen. Er heeft immers vanuit de reserves een finan
ciering plaatsgevonden ten behoeve van materiële voorzienin
gen.
Hoofdstuk 3 van de eindrapportage betreft "Verbetering van de
dienstverlening". Zoals in het korpsbeleidsplan 1991-1994 is
verwoord zal overeenkomstig de aanbeveling van A.E.F. begin 1991
een aanvang worden gemaakt met planmatig werken in relatie tot
het project "produktvernieuwing"Stelselmatig zullen bestaande
taken inhoudelijk herzien en nieuwe methoden van aanpak geïniti
eerd worden. Mede ten behoeve hiervan zal een bedrijfsbureau
worden opgericht en binnen de staande organisatie ontwikkelingen
in gang gezet c.q. verder ontwikkeld worden.
Met betrekking tot de "Versterking van het uitvoerend werk"
worden de geadviseerde uitgangspunten onderschreven en nage
streefd. Daarnaast zullen door het korpsmanagementteam initia
tieven worden ondernomen om de uitvoering extra te versterken
door het aantrekken van meer executief personeel. Hiervoor zal
een afzonderlijk voorstel aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
De gegeven adviezen met betrekking tot de financiële positie van
de organisatie worden thans grotendeels uitgevoerd. Naast
verbetering van de (interne) huisvesting en automatisering zijn
ontwikkelingen in gang gezet om de personele bezetting volwaar
dig te maken. Dit zal onder andere geschieden door tijdelijke
extra aanstellingen en een inhoudelijke heroriëntatie op taakde
len die uiteindelijk tot "winst" moeten leiden. De door A.E.F.
gedane constatering met betrekking tot de oplopende loonkosten
is onderkend. Overigens zal de voorgestelde situatie, ook bij
ongewijzigd beleid, met de invoering van de politieregio niet
meer aan de orde zijn.
Op het aspect van het managementinformatiesysteem wordt in
hoofdstuk 5 van de eindrapportage uitgebreid ingegaan. In het
Korpsbeleidsplan 1991-1994 worden de gedane aanbevelingen van
A.E.F. met betrekking tot het werken met plannen onverkort
overgenomen. Met betrekking tot het werken met de door de A.E.F.
geformuleerde kengetallen stelt het korpsmanagementteam zich
terughoudender op. Kengetallen, indien juist geformuleerd en
geplaatst binnen de juiste context, zijn mogelijk te hanteren
bij beoordeling van het totaalbeleid van het korps. Bovendien
zouden deze kunnen dienen als sturingsmechanismen voor de
individuele (wijk-)teams
Inhoudelijk (kwalitatieve) beoordeling van het functioneren van
teams zal gaan plaatsvinden in het kader van het project