d. Bij de goedkeuring van de begroting stellen burgemeester
en wethouders gelijktijdig vast:
- het voorlopig voor het betreffende kalenderjaar aan de
stichting toegekende subsidiebedrag;
- het bedrag of de bedragen die aan de stichting bij wijze
van voorschot(ten) zullen worden toegekend en die in het
totaal het bedrag van het voorlopig toegekende
subsidiebedrag niet te boven zullen gaan.
2. In afwijking van het bepaalde onder l.a. wordt met
betrekking tot het kalenderjaar 1991 de begroting ter
goedkeuring bij burgemeester en wethouders ingediend binnen
een maand na de datum waarop het bijbehorende raadsbesluit
in werking is getreden.
3Het bestuur van de Stichting kan ten laste van de ontvangen
subsidiegelden of voorschotten daarop, geen uitgaven doen of
kan de stichting tot het doen ervan verplichten, welke niet
bij de door burgemeester en wethouders goedgekeurde
begroting of bij een overeenkomstig het hiervoor vermelde
onder l.c. en d. goedgekeurde begrotingswijziging zijn geraamd.
4.a. Het bestuur dient uiterlijk voor 1 mei na afloop van het
betreffende kalenderjaar met betrekking tot dat jaar bij
burgemeester en wethouders ter goedkeuring in:
- de jaarrekening en het verslag van de verrichte
aktiviteiten, voorzien van een behoorlijke toelichting
en mede gelet op de onder l.a. genoemde onderdelen,
voldoende gespecificeerd;
- het op de jaarrekening en het verslag betrekking
hebbende verslag van een na overleg met burgemeester en
wethouders door het bestuur aangewezen onafhankelijke
deskundige, waarin deze zijn bevindingen heeft
neergelegd met betrekking tot het ingestelde onderzoek
naar de genoemde jaarstukken van de stichting, alsmede
een expliciete beantwoording van de vraag of de
ontvangen subsidiegelden al dan niet overeenkomstig het
bepaalde in het bijbehorende raadsbesluit en deze
voorwaarden zijn besteed.
b. Het bestuur vermeldt in het jaarverslag van de stichting
in ieder geval ook van welke derden in het betreffende
kalenderjaar en tot welke bedragen, alsmede voor welke
projekten aanvragen om geldelijke bijdragen van de
stichting zijn ontvangen, de gronden waarop deze aanvragen
zijn beoordeeld, de daaromtrent door het bestuur genomen
besluiten, alsmede de omvang en de periode waarvoor als
gevolg van het betreffende besluit met derden
verplichtingen zijn aangegaan.