Registratie nr
Dienst/afdeling
Bijlage
1990 270
906813537
SECR/BJZ
3
BETREFT ZITTING GEMEENTELIJK VERTEGENWOORDIGERS IN STICH-
INLEIDING
1aanleiding
In het programma-akkoord 1990-1994 wordt op een drietal
plaatsen de problematiek van de zitting van raadsleden (uit
hoofde van hun functie) in stichtings-besturen aangekaart. Op:
a. pagina 8 in het algemeen: "Hierbij (evaluatie van bestuurs
commissies en adviesraden) zal ook de participatie vanuit de
raad in stichtingen worden betrokken";
b. pagina 27 in het bijzonder voor wat betreft de Stichting
Woonruimteverdeling Breda: "Nader zal worden ingegaan op de
vraag of en zo ja op welke wijze een vertegenwoordiging van
uit de raad in het samenwerkingsverband zal moeten participe
ren"
c. pagina 33 voor wat betreft de Stichting Bredase Zwembaden:
"Teneinde de scheiding van beleid op hoofdlijnen uitvoering
te onderstrepen zullen geen raadsleden deel uitmaken van het
stichtingsbestuur"
2reikwijdte voorstel
Met dit voorstel wordt beoogd uitvoering te geven aan onderdeel
avan het programma-akkoord.
NB: Op de evaluatie van bestuurscommissies en adviesraden zal
afzonderlijk worden teruggekomen in een Nota bestuurlijke
vernieuwing. Vooruitlopend hierop is een notitie uitgebracht
over bestuurscommissies. Deze zal op 13 december in de commissie
Algemene zaken worden besproken.
Op onderdeel hK_ zal niet nader worden ingegaan, omdat dit wordt
betrokken bij de Nota Volkshuisvesting.
Op onderdeel c^ zal niet nader worden ingegaan, omdat laatste
lijk géén gebruik is gemaakt van het recht van voordracht, zulks
in verband met de voormelde passage uit het programma-akkoord.
In het bestuur van deze stichting functioneren thans geen raads
leden meer.
Aangezien de problematiek zich niet behoeft te beperken tot de
positie van raadsleden in stichtingsbesturen zal ook worden in
gegaan op de positie van leden van het college en ambtenaren in
stichtingsbesturen
3opzet voorstel
De opzet van dit voorstel is als volgt:
In eerste instantie zal de situatie in Breda worden geschetst.
Vervolgens worden enkele algemene aspecten van de problematiek
geschetst. Tot slot wordt in concreto ingegaan op de problema
tiek ten aanzien van een stichting.
Vervolgens zal worden ingegaan op de positie van leden van het
college en ambtenaren als gemeentelijke vertegenwoordiger in een
stichting
TINGS-BESTUREN
GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL