RAADSVOORSTEL vervolg 274
de stichting heeft ook consequenties voor de benodigde deskun
digheden in het bestuur. Zo wordt voor de deskundigheid op
personeel en financieel gebied een beroep gedaan op het gemeen
telijke personeelsbestand. De wetgeving terzake schrijft voor
dat de voorzitter van de stichting een lid van het gemeentebe
stuur is. Het plaatsvervangend-voorzitterschap en secretariaat
van de stichting worden ambtelijk ingevuld. Tenslotte neemt een
vertegenwoordiger van het Arbeidsbureau zitting in het bestuur
teneinde de afstemming met het arbeidsvoorzieningsbeleid te
waarborgen.
De relatie van de gemeente Breda met de stichting komt in een
aantal artikelen tot uitdrukking. Belangrijkste punten waar de
gemeente haar invloed kan effectueren zijn:
de vaststelling van de hoofdlijnen van beleid waarbinnen de
stichting uitvoering aan de wettelijke maatregelen geeft
(artikel 2 lid 1);
de terbeschikkingstelling van geldmiddelen aan de stichting
(artikel 3);
het college van burgemeester en wethouders stelt een binden
den voordracht op waaruit het bestuur haar leden benoemt
(artikel 5 lid 2 en 3);
wijziging van de statuten en ontbinding van de stichting is
alleen mogelijk na goedkeuring van het college van burgemees
ter en wethouders (artikel 17 lid 3).
Bij brief van 12 oktober jl. heeft ons college aan een zestal
kleinere gemeenten in de regio-Breda het aanbod gedaan om
gebruik te maken van de dienstverlening met betrekking tot de
uitvoering van beide maatregelen door de Bredase stichting.
Op dit aanbod zal naar verwachting door alle zes benaderde
gemeenten (Prinsenbeek, Teteringen, Terheyden, Nieuw-Ginneken,
Chaam, Baarle-Nassau) positief worden gereageerd. De mogelijk
heid tot samenwerking op het terrein van de uitvoering van beide
maatregelen met kleinere gemeenten in de regio-Breda is opgeno
men in artikel 2 lid 2 van de concept-statuten.
CONSEQUENTIES
Geen.
INSPRAAK
Niet van toepassing.
- 2 -