3 Artikel 7. Zittingsperiode 1. Behoudens de voorzitter worden de leden van het b<=oL^ur benoemd voor een zittingsperiode van vier jaar. 2. Het bestuur stelt een rooster vast met betrekking tot de jaarlijks aftredende leden met dien verstande dat telkens ongeveer een evenre dig gedeelte van de bestuursleden aftredend is. 3. De aftredende leden zijn terstond herbenoembaar. 4. Degene, die ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats tot lid wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden. 5. 'Een lid kan te allen tijde tussentijds ontslag nemen, hetgeen schriftelijk via de voorzitter aan het bestuur wordt medegedeeld. 6. Het bestuur verleent alleen ontslag aan een lid, anders dan op eigen verzoek, indien burgemeester en wethouders van de gemeente Breda daarom verzoeken. 7. Bestuursleden genieten geen beloning voor nun werkzaamheden. Artikel 8. Taak algemeen en dagelijks bestuur/verteqenwoordiginc 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en het beheren van haar vermogen. 2. Het bestuur is bevoegd tot het stellen van alle rechtshandelingen, daaronder begrepen: a. het sluiten van arbeidsovereenkomsten, inleenovereenkomsten en plaatsingsovereenkomsten; b. het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, en c. het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. 3. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuursleden, waaronder in ieder geval de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter. Artikel 9. Bestuursvergaderingen 1. Bestuursvergaderingen zijn openbaar, tenzij het bestuur om gegronde redenen, zulks ter beoordeling van het bestuur, anders beslist. 2. Het bestuur vergadert tenminste drie maal per jaar. 3. Bestuursvergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of daarom door tenminste een/derde van het aantal zittinghebbende bestuursleden schriftelijk en met opgave van redenen aan de voorzitter is verzocht. Indien de voorzitter aan een zodanig verzoek geen gevolg geeft in dier voege

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 1267