-5- nr. 17c Artikel 25 Ingeval koper om welke reden dan ook weigert mee te werken aan de notariële akte van eigendomsoverdracht als aangegeven in artikel 2, of de koopsom niet tijdig betaalt als aangeduid in artikel 3, of niet op het tijdstip als aangegeven in artikel 17 start met de bouw van de woningen zal de grond niet meer aan hem worden verkocht of is hij ver plicht de grond, zo deze al aan hem verkocht is, weer aan de gemeente in eigendom over te dragen onder betaling van alle daaraan verbonden kosten tegen een prijs die 10% lager is dan de door koper betaalde koopprijs. Artikel 26 Koper verbeurt telkenmale dat hij een van zijn verplichtingen als omschreven in de artikelen 10, 12, 14 en 16 tot en met 24 overtreedt of niet nakomt een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete aan de gemeente van 100.000,00 (zegge: eenhonderdduizend gulden) zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist, doch door de enkele constatering, die de gemeente per aangetekende brief aan de koper zal bevestigen. Artikel 27 Op straffe van dezelfde boete bij nalatigheid als omschreven in artikel 26 is koper verplicht de artikelen 10, 12, 14, 22 alsmede dit artikel bij elke vervreemding van het gehele voormelde onroerend goed of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genots- recht op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of de zakelijk gerechtigde(nworden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda. III. te bepalen, dat deze verkoop komt ten bate en ten laste van het gemeente lijk grondbedrijf, met uitzondering van een bedrag van 12,08 per m2 wegens bijdrage in de kosten van aanleg van grote werken, welk bedrag komt ten bate van de algemene dienst van de gemeente en met uitzondering van een bedrag van 0,45 per m2, welk bedrag komt ten bate van het fonds artistieke werken. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 0 1 FEB. 1930 PCMM/GB503

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 126