279
3
Dit alles naar de ontwerpen van architectburo Oomen,
Kohlmann Waltjen B.V., Arendstraat 27, 4901 JJ Oosterhout,
waarvoor Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij besluit
van 13 juni 1990nummer 9050790, een verklaring van geen
bezwaar hebben afgegeven en op grond waarvan burgemeester
en wethouders van de gemeente Breda op 12 oktober 1990,
besluitnummer 0907912925 een bouwvergunning hebben
verleend
15. Koper verplicht zich het onder bepaling omschreven
kantoorgebouw met bijbehorende parkeerplaatsen en
groenvoorzieningen vóór 1 juli 1992 gebruiksklaar te
voltooien
16. In geval koper zijn verplichtingen als omschreven in de
bepalingen 14 en 15 niet nakomt verbeurt hij, zonder
dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst
is vereist, een direct opeisbare en niet voor matiging
vatbare boete van 10.000,00 (zegge: tienduizend
gulden) voor elke dag dat hij nalatig is.
17. Koper of diens rechtverkrijgenden moeten gedogen, dat
palen, lantaarnpalen, kabels, draden, isolatoren,
rosetten, aanduidingsborden en pijpleidingen, voor
openbare doeleinden bestemd op, in, aan of boven het
verkochte en de daarop opgerichte opstallen worden
aangebracht en onderhouden, op de plaatsen waar en de
wijze, waarop het college van burgemeester en wethou
ders dit nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats en
wijze wordt tevoren met de eigena(a)r(en) overlegd;
koper of diens rechtverkrijgenden zijn verplicht al
hetgeen krachtens deze bepaling is aangebracht te laten
bestaan. Het college van burgemeester en wethouders zal
in daarvoor in aanmerking komende gevallen een billijke
vergoeding voor als gevolg van de bovengenoemde gedo
ging werkelijk geleden schade toekennen.
18. De bepalingen onder 7, 10, 11 en 17, alsmede deze
bepaling, moeten bij elke vervreemding van het gehele
voormelde onroerend goed of een gedeelte daarvan,
alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genots-
recht op het gehele onroerend goed of een gedeelte
daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of de zake
lijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen
ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde
bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming
van deze bepalingen verbeurt de nalatige partij, zonder
dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, ten
behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare
boete van 100.000,00.