- 1 - GEMEENTE BREDA RAADSVOORSTEL Registratie nr Dienst/afdeling Bijlage 1990 284 907608359 MH/A+P BETREFT Voorstel van burgemeester en wethouders tot het be schikbaarstellen van een krediet van f 275.000,voor de financiering van het bodemsaneringsproject Ridder straat 23. INLEIDING Tijdens sloopwerkzaamheden in 1988 op het achterterrein van Rid derstraat 2 3 is aan het licht gekomen dat dit terrein verontrei nigd was. Dit is voor de milieudienst aanleiding geweest om het terrein verder te onderzoeken. Het projekt is destijds aangemeld bij de provincie in het kader van de Interimwet Bodemsanering. Om de omvang van de verontreiniging goed te kunnen vast stellen zijn er een aantal bodemonderzoeken uitgevoerd. Deze zijn uitge voerd door het Instituut voor Grondmechanica en Funderingstech niek (I.G.F.) uit Utrecht. Uit de bodemonderzoeken blijkt dat sanering van de grond gecom bineerd met een isolatie van de verontreiniging noodzakelijk is. Bij de uitvoering van de sanering wordt overlast voor het winke lend publiek zoveel mogelijk vermeden. VOORSTEL 1. het benodigde krediet van f 275.000,beschikbaar stellen voor de uitvoering van de bodemsanering aan de Ridderstraat 2 3 2. Van het benodigde krediet f 94.423,te dekken uit het fonds stadvernieuwing post bodemsanering van de begroting 1991 van de milieudienst. Het resterende deel (f 180.577,komt, conform de bijdrageregeling van de Interimwet Bodemsanering, voor rekening van de provincie. 3in verband met het onder 2 bepaalde de begroting van de milieudienst en de concernbegroting, beide voor het dienstjaar 1991, te wijzigen overeenkomstig bijgevoegd besluit*; een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorend concept-raadsbesluit MOTIVERING/TOELICHTING Ten behoeve van een geplande uitbreiding van de winkelruimte van de heer van der Steene is in april 1988 een aanvang gemaakt met het bouwrijp maken van het achterterrein van Ridderstraat 23. Hiertoe diende het maaiveld afgegraven te worden en enkele funderingsresten te worden verwijderd. Tijdens deze werkzaamheden werd in mei 1988 de verontreiniging geconstateerd. Witte kristallen en een fenolgeur werden waargenomen. Met name deze fenolgeur was aanleiding om snel een oriënterend bodemon derzoek te starten. De werkzaamheden op het terrein zijn in overleg met de eigenaar vanaf dat moment stilgelegd. De lokatie is terstond in het kader van de Interimwet Bodemsanering aangemeld bij de provincie. Met de provincie is overleg gepleegd over het versneld doen uitvoe ren van het bodemonderzoek.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 1313