- 3 -
285
3.2 Op weg naar beleidsrealisatie
is hier eveneens op aangesloten. Dit betekent onder andere:
- een zoveel mogelijk brongerichte aanpak;
- de gebruikersgroepen zijn zelf verantwoordelijk voor het
halen van de eigen besparingsdoelstelling (afsluiten van
convenanten)
- de gebruikersgroepen dragen voor zover mogelijk en redelijk
ook zelf "de financiële lasten indachtig het principe".
In deze beleidsdoelstelling is geen rekening gehouden met de
groei van de stad (circa 1.000 woningen/jaarkantoren en
andere bedrijvigheid)Ook voor de groei zal een doel- en
normstelling moeten worden ontwikkeld. Het referentieniveau is
nu het bestaande in 1988.
Het lijkt verstandig de uitvoering van het energiebesparings-
beleid te koppelen aan de uitvoering van het G.M.P. Dit bete
kent onder meer een doelgroepgerichte aanpak waarbij gelet op
het besparingspotentieel de prioriteit uitgaat naar doelgroepen
als huishoudens, handel en nijverheid, industrie en de verschil
lende overheden als gebouwenbeheerder. Maar ook de agrarische
sector, het onderwijs en de gezondheids- en bejaardenzorg ver
dienen aandacht ook al is hier het besparingspotentieel abso
luut gezien minder.
Nodig is het allereerst, om met de verschillende doelgroepen
tot goede afspraken te kunnen komen, dat de algemene besparings
doelstelling voor elke doelgroep afzonderlijk nader wordt ge
kwantificeerd. Het Tebodin-onderzoek heeft aangetoond dat dit
goed mogelijk is. Wel dient voor de meeste doelgroepen nog een
nadere inventarisatie uitgevoerd te worden om tot reële en haal
bare taakstellingen te komen. Deze activiteit, het opzetten van
nadere inventarisaties door de verschillende doelgroepen, zou
de eerste stap kunnen zijn op weg naar beleidsrealisatie. Op
basis van de uitkomsten van deze nadere inventarisaties zouden
met de onderscheiden doelgroepen afspraken (bijvoorbeeld in de
vorm van convenanten) gemaakt kunnen worden over de verdere
aanpak. De gemeentelijke taak en rol in dit proces is gericht
op een coördinerende, initiërende en stimulerende inzet. De
doelgroepen zijn en blijven zelf verantwoordelijk voor de eigen
inbreng. Wel kan de gemeente vanuit haar publiekrechtelijke en
privaatrechtelijke hoedanigheid (vergunningen, bedrijfsinterne
milieuzorg, grondverkopen, subsidies) invloed uitoefenen op het
gedrag van de doelgroepen.
Voor de gemeentelijke huishouding heeft de gemeente nadruk
kelijk een eigen taak. Mede vanuit de gemeentelijke voorbeeld
functie wordt voorgesteld hier het initiatief te nemen tot uit
voering van een nadere inventarisatie. De kosten van deze nade
re inventarisatie worden geraamd op een bedrag van maximaal
40.000,waarop 40% aan te verkrijgen subsidie in mindering
mag worden gebracht; derhalve ten laste van de gemeente
24.000,Van de gebruikerssector woningen zijn door de