-5-
nr. I7d
Artikel 25
Koper verbeurt telkenmale dat hij een van zijn verplichtingen als
omschreven in de artikelen 9, 11, 13 en 15 tot en met 23 overtreedt of
niet nakomt een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete aan
de gemeente van 100.000,00 (zegge: eenhonderdduizend gulden) zonder
dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist, doch
door de enkele constatering, die de gemeente per aangetekende brief aan
de koper zal bevestigen.
Artikel 26
Op straffe van dezelfde boete bij nalatigheid als omschreven in artikel
25 is koper verplicht de artikelen 9, 11, 13, 21 alsmede dit artikel bij
elke vervreemding van het gehele voormelde onroerend goed of een gedeelte
daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het
gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende
eigena(a)r(en) of de zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden
bedongen ten behoeve van de gemeente Breda.
III. te bepalen, dat deze verkoop komt ten bate en ten laste van het gemeente
lijk grondbedrijf, met uitzondering van een bedrag van 12,08 per m2
wegens bijdrage in de kosten van aanleg van grote werken, welk bedrag
komt ten bate van de algemene dienst van de gemeente en met uitzondering
van een bedrag van 0,45 per m2, welk bedrag komt ten bate van het
fonds artistieke werken.
Aldus besloten in ^ijn openbare
vergadering van 0 r FEB. 1990