stichting energiecommissie al de nodige verbruiksgegevens van het afgelopen jaar geïnventariseerd. Na inventarisatie van gegevens als isolatiegraad, onderdelen van verwarmingssystemen, in het verleden uitgevoerde ingrepen en onderhoudsplanningen van verhuurders kan gewerkt worden aan de opstelling van een uitvoeringsprogramma energiebesparing. Qua aanpak wordt een sectorale aanpak voorgestaan in combinatie met een buurt- of wijkgerichte uitwerking, waar mogelijk gekop peld aan processen van stadsvernieuwing en buurtbeheer. De orga nisatie ten behoeve van deze gebruikerssector wordt in handen gegeven van een werkgroep waarin de meest betrokkenen zijn ver tegenwoordigd. De afdeling volkshuisvesting van de dienst open bare werken lijkt het meest aangewezen om de trekkersrol van deze werkgroep op zich te nemen. De additionele taakstelling van de afdeling volkshuisvesting wordt geraamd op 0,5 formatie plaats voor een periode van 3 jaar. 3.3 De beleidscondities - de organisatie - Eén van de belangrijkste voorwaarden om te komen tot realisatie van de beleidsdoelstelling energiebesparing ligt in het organi serend vermogen van de gemeente. Derhalve is hieraan in het plan van aanpak nogal wat aandacht gegeven. Wij zijn voornemens een projectorganisatie enegiebesparing met een stuurgroep en verschillende werkgroepen op te zetten. In de stuurgroep die onder voorzitterschap staat van de portefeuillehouder milieu en energie nemen de portefeuillehouder volkshuisvesting en vertegenwoordigers van de belangrijkste gebruikerssectoren zitting. Nadere voorstellen worden momenteel uitgewerkt. De verschillende werkgroepen zouden de aanpak voor de gebrui- kerssectoren verder kunnen uitwerken. Duidelijk moet wel zijn dat de gebruikerssectoren zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor de wijze waarop zij voor zichzelf invulling ge ven aan de verdere aanpak. De stuurgroep heeft in de rich ting van die gebruikerssectoren dan ook vooral een initiëren de, coördinerende en stimulerende taak en probeert met hen tot afspraken te komen, bijvoorbeeld in de vorm van conve- nanten; mede vanwege de relatie tussen het G.M.P. en het energie- besparingsbeleid wordt voorgesteld de ambtelijke beleids coördinatie neer te leggen bij de milieudienst. Om het proces goed op gang te krijgen, wordt voorgesteld te beslui ten voor een periode van twee jaar in deeltijd een (extern te betrekken) projectmanager energie aan te stellen. Wij beschouwen een dergelijke aanjaagfunctie van groot belang om te komen tot de opbouw van een goed gestructureerde organisa tie en om tot afspraken te komen over het te doorlopen pro ces met de afzonderlijke gebruikerssectoren. Bovendien zou de betreffende functionaris een rol kunnen spelen in het leggen van de noodzakelijke contacten met derden als de N.V. PNEM, de NOVEM, ingenieursbureaus en eventueel subsidiege vers. Gedacht wordt om de eerste drie maanden de contacten - 4 - 285

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 1320