Artikel 6 De dienst ziet er voor zover mogelijk op toe dat de op grond van de Algemene Bijstandswet verstrekte gelden worden besteed voor het doel waarvoor zij zijn gegeven alsmede dat de aan de be schikking verbonden voorwaarden, welke op grond van de Algemene Bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoor ziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen aan de uitkering zijn verbonden, worden nageleefd. HOOFDSTUK III De behandeling van de bezwaarschriften. Artikel 7 1. De commissie is belast met het horen van de bezwaarden en het beschikken op het ingediende bezwaarschrift. 2. Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door de directeur van de dienst of een door hem aan te wijzen ambte naar Artikel 8 De bezwaarschriften worden ingediend door de aanvrager, zijn echtgenoot of zijn partner, met wie een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd in de zin van de Algemene Bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen dan wel door de door hem aangewezen gemachtigde. Zij worden gericht aan de commissie. Artikel 9 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend 2. De ontvangst van het bezwaarschrift wordt door of namens de directeur van de indiener bevestigd. Artikel 10 1. De voorzitter van de commissie bepaalt de plaats en het tijdstip van de te houden hoorzitting. 2. Tijdens de hoorzitting verkrijgt de indiener de gelegenheid om zich in persoon of bij gemachtigde te doen horen ter verstrekking van een toelichting en/of van inlichtingen naar aanleiding van het betreffende bezwaarschrift. 3. Een gemachtigde moet een schriftelijke en door de indiener ondertekende machtiging overleggen, tenzij deze als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende(n) met de gemachtigde ter hoorzitting verschijnt. 4. Degenen die tijdens de hoorzitting zullen worden gehoord worden daartoe tenminste zeven dagen vooraf, schriftelijk uitgenodigd. - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 1367