RAADSVOORSTEL vervolg 305
te verondersteld dat de heer Koeman genoegzaam op de hoogte is
van het voornemen van ons college om de monumentale panden te
behouden. Ten overvloede is hier nog vermeld dat alle eigenaren
van gemeentelijke monumenten in het gebied Spoorbuurt/Valkenberg
in maart 1990 op de hoogte zijn gesteld van het voornemen van
ons college om hun pand op de gemeentelijke monumentenlijst te
plaatsen (brief K/907 001854); dat als bijlage bij de brief de
motieven zijn meegezonden op grond waarvan de panden monumentaal
geacht worden en dat tenslotte op 3 april voor eigenaren en
belangstellenden een informatieavond is belegd. De heer Koeman
is hiervan cp de hoogte gesteld c.q. aanwezig geweest.
Minstens aan de heer Koeman was het duidelijk dat de gemeente
een grote waarde hechtte aan het behoud van de gevels; het heeft
steeds als randvoorwaarde gegolden voor de diverse ingediende
bouwplannen. Gezien de gesprekken die op deze basis plaatsvonden
werd verondersteld dat ondanks de wetenschap dat de panden in
slechte conditie waren, er een gemeenschappelijk wil bestond cm
de monumentale gevels te behouden. Deze veronderstelling is vals
gebleken: de heer Koeman heeft onderhands afspraken gemaakt
zonder de gemeente op de hoogte te stellen dat hij de gevels
niet meer wilde restaureren. Het gesnelde in het beroepschrift
onder punt 26 dat eigenaar niet bereid was om met eigen middelen
de panden te renoveren, wordt door de indiening van bouwplannen
en aanvraag naar subsidiegelden gelogenstraft.
2. De planontwikkeling.
Het is niet ongebruikelijk binnen het gemeentelijk apparaat dat
voorafgaande aan de formele procedures, verschillende afdelingen
reeds in een vroeg stadium betrokken worden bij nieuwe planont
wikkeling. Ook is het niet ongebruikelijk dat toekomstige
eigenaren van panden samen met betrokken gemeentelijke afdelin
gen onderzoek plegen naar mogelijke veranderingen die zouden
kunnen plaatsvinden. Het gaat zelfs zo ver dat bepaalde uitspra
ken van de gemeente beslissend geacht worden voor een al of niet
doorgaan van een verkoop van panden, met name van panden die
wettelijk beschermd of bestemd zijn.
In deze zin was het verzoek van Projektcom B.V. om mee te denken
over nieuwe planvorming voor beide partijen niet ongewoon.
Tevens heeft Projektcom verschillende malen laten blijken de
monumentale waarde van de gevels te kennen c.q. naar behoud te
willen streven als dat financieel en bouwtechnisch mogelijk was.
Derhalve kon in alle redelijkheid verondersteld worden dat de
planvorming vanwege de benodigde beslissing en/of goedkeuring
van ons college een voorlopige moest zijn. De brief van de
secretaris van de Welstandscommissie en de reaktie van de
wethouder van Ruimtelijke Ordening van 12 februari 1990 spreken
in deze voor zich.
Als de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften derhalve
vraagtekens zet bij de belangenafweging, is dat ons inziens niet
zozeer een verzuim in de belangenafweging, maar veeleer een
verzuim in de formalisering van het plaatsingsbesluit en het te
maken voorbehoud bij de planvorming, alsmede ook de gebruikelij-
- 4 -