RAADSVOORSTEL vervolg 305 ke gedragsregels in deze: plannen voor restauratie van de gevels waren geen garantie voor behoud en had door plaatsing geëffectu eerd moeten worden en het participeren in de planvorming vereis te een schriftelijk voorbehoud. Deze lankmoedige houding kan ons verweten worden, maar gebrek aan belangenafweging is niet duidelijk geworden. Daarbij past nog één kantekening. Wij onderschrijven de conclusie van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften dat slechts de eigenaren ontvankelijk zijn in hun beroepschrift. Uit de stukken is ons niet duidelijk geworden dat de eigenaren gecommiteerd zijn aan de voorgelegde planvor ming van Projektcom B.V. op grond waarvan een sloop- en bouwver gunning is aangevraagd. Projektcom B.V. handelt op eigen risico en had op grond van de gemaakte voorbehouden en het bekend zijn met het monumentale karakter van de gevels tot een planvorming over kunnen gaan met behoud van de gevels. Ket verbaast ons dat slechts Projektcom B.V. een bouwvergunning heeft aangevraagd. 3. Gewekte verwachtingen. Eij bestudering van de stukken komt naar voren dat er twee soorten gewekte verwachtingen waren, namelijk vanwege de monu mentale waarde het behoud van de gevels én daarnaast de bereid heid om op dezelfde plek tot nieuwbouw te komen. Deze twee zaken zijn een contradictie. Er is slechts een oplossing als een van de twee als doel opgegeven wordt. Vooralsnog moet wel de vraag gesteld worden hoe een dergelijke tegenspraak in beleid heeft kunnen ontstaan. Ons college is van oordeel dat de basis hiervan gezocht moet worden in de conditie van de buitengevels. Er is geen reden tot twijfel aan de opvatting van Projektcom B.V. dat zij de voorge vels graag hadden willen behouden. In een brief van 22 mei 1990 AdW/GJ/1021wcrdt daar uitvoerig bij stilgestaan. Tegelijker tijd wordt de relatie gelegd naar de bouwkundige toestand en wordt de conclusie getrokken dat de voorgevels als verloren moeten worden beschouwd. Naar onze mening is hier enigszins lichtzinnig omgesprongen met een aantal onderzoeksrapporten, onder andere van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht. Wij bestrijden geenszins dat de huidige voorgevels in een uiterst slechte conditie verkeren, maar dat rechtvaardigt niet de conclusie, dat zij daardoor 'als verloren' beschouwd moeten worden. Dit is een afweging van onderzoeksresultaten, financiën, politieke bereidheid en historische waarde. Deze verantwoorde lijkheid willen wij niet in de schoenen schuiven van Projektcom B.V., maar wij willen die ook niet laten ontnemen, zoals gebeurt in de brief van 22 mei 1990. Daarin wordt letterlijk gesteld dat "restauratie, zo überhaupt mogelijk, danwel wederopbouw zouden onevenredige investeringen vergen" en dit zijn juist beslispun ten welke wij juist in het kader van het monumentenbeleid aan uw raad willen voorleggen. Maar alvorens dat te kunnen doen hadden wij een kwalitatieve beslissing te nemen over de monumentwaar digheid van de panden. Deze beslissing is genomen op 3 juli 1990 - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 1424