aan de raad der gemeente Breda Wlz/907006818 507 B Voorstel van burgemeester en wethouders inzake ondertekening van het convenant inzake sociale vernieuwing tussen het Rijk en de gemeente Breda en de instelling van een gemeentelijk fonds sociale vernieuwing Inleiding De gemeente Breda heeft per brief van 18 maart j.l. positief gereageerd op het regeringsvoornemen in ons land een proces van sociale vernieuwing op gang te brengen, waarbij aan gemeenten een hoofdrol is toegedacht. Vervolgens werd de gemeente Breda door de Minister uitgenodigd als één van de 37 zogenaamde startgemeenten een convenant aan te gaan met het rijk. Het convenant leidt tot één doeluitkering voor sociale vernieuwing, waarin een aantal specifieke regelingen opgaat. Verder worden deze specifieke regelingen gedereguleerd en nemen rijk en gemeente een aantal inspanningsverplichtingen op waarvan de vervulling moet bijdragen aan het proces van sociale vernieuwing. De in het ontwerp-convenant verwoorde doelstelling van sociale vernieuwing kan als volgt worden samengevat: Sociale vernieuwing heeft als hoofddoelstelling het verbeteren van de positie van mensen die een maatschappelijke achterstand hebben opgelopen of dreigen op te lopen. Door integratie van beleid wordt beoogd de beschikbare middelen meer doelmatig en effectief aan te wenden. Een voorwaarde daarvoor is bestuurlijke vernieuwing waardoor belemmeringen op bestuurlijk, organisatorisch, juridisch en financieel terrein kunnen worden weggenomen. Tenslotte vormt de actieve betrokkenheid en deelname van maatschappelijke organisaties en instanties een wezenlijk onderdeel van het sociale vernieuwingsbeleid. Voorbereiding van het convenant Het ontwerp-convenant sociale vernieuwing is tot stand gekomen in nauwe samenspraak tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de 37 startgemeenten en het rijk. Eerdere versies van het convenant werden van commentaar voorzien en leden van de Inter bestuurlijke Projectgroep Sociale Vernieuwing (de commissie Schaefer) brachten een bezoek aan het Bredase stadhuis. De gemeente Breda heeft van de geboden mogelijkheden gebruik gemaakt en zowel schriftelijk als mondeling haar kritiek op eerdere versies van het convenant naar voren gebracht. Kortheidshalve wordt hier verwezen naar het verslag van het gesprek met de commissie Schaefer d.d. 18 juni 1990 en naar de brief van b en w. aan de Minister van Binnenlandse zaken van 11 juli 1990. De uiteindelijke versie van het model-convenant sociale vernieuwing komt in vele opzichten tegemoet aan de geuite kritiek. Als resultaat hiervan is de opzet van het convenant aanmerkelijk vereenvoudigd. Allerlei specifieke inspanningsverplichtingen van de gemeente zijn verdwenen en er hoeft slechts over de brede doeluitkering als geheel één accountantsverklaring te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 1433