nr. 42
een investering van 40 a 50 duizend gulden. Economisch gezien
is slopen de enige verantwoorde oplossing;
b. de voorlopige inrichting van het vrijkomende perceel als
parkeerterrein, levert door het extra aantal parkeerplaatsen
een bijdrage aan het stadsschoen op. De thans op de trottoirs
geparkeerde auto's verstoren immers dat stadsbeeld;
c. handhaving van het huidige pand is niet zo belangrijk voor
het stadsbeeld ter plaatse, vanwege de disharmonie, qua archi
tectuur, tussen nummer 7 en het daarnaast liggende kantoor
pand.
Overeenkomstig het bepaalde in de Regeling behandeling bezwaar-
en beroepschriften, is het beroepschrift van appellante in han
den gesteld van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften,
ter voorbereiding van de terzake te nemen beslissing. In het
kader van deze voorbereiding heeft op 11 mei 1989 een hoorzit
ting plaatsgevonden. Het proces-verbaal van deze hoorzitting is
aan het proces-dossier toegevoegd.
2. Het advies van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften.
Met betrekking tot de ontvankelijkheid van appellante heeft de
commissie vastgesteld dat het beroep met redenen is omkleed, is
ingesteld bij het daartoe bevoegde orgaan en binnen de daarvoor
in de bouwverordening gestelde termijn. Zij adviseert derhalve
om appellante in haar beroepschrift te ontvangen.
In het aan het besluit van burgemeester en wethouders ten grond
slag liggende advies van de welstandscommissie dd. 12 januari
1989, wordt uitvoerig gemotiveerd aangegeven dat de aanwezigheid
van pand nummer 7, danwel een pand van gelijke architectonische
kwaliteit, van groot belang is voor de kwaliteit van het stads
beeld ter plaatse. De welstandscommissie oordeelde Meerten Ver-
hoffstraat 7 weliswaar als karakteristiek, maar niettemin zou
sloop gerechtvaardigd kunnen zijn mits "er een pand van deze
tijd van gelijke kwaliteit in de rooilijn verschijnt".
Vanuit de optiek van het sloopvergunningstelsel, zoals dat in de
bouwverordening is neergelegd, is sloop van het pand derhalve
geenszins onmogelijk. Het hangt helemaal af van de kwaliteit van
hetgeen ervoor in de plaats komt en de termijn waarbinnen die
nieuwbouw zal worden gerealiseerd. Daarvoor dienen volgens de
bouwverordening waarborgen aanwezig te zijn, bestaande uit een
bouwvergunning en een bankgarantie.
Voor de beoordeling van de vraag, of de sloopvergunning terecht
is geweigerd, is gezien het bovenstaande het door appellante
onder a. aangevoerde, argument weinig relevant. De onder b. en c
weergegeven argumenten hebben betrekking op de welstandsbeoorde
ling en zijn derhalve wèl relevant. Terzake is een nader advies
van de welstandscommissie ingewonnen. De welstandscommissie
heeft kennis genomen van de door appellante gemaakte opmerkingen