-- - 2 - nr. 69 Vanaf 198 6 is er met zeer grote inzet gewerkt aan het innen van deze kredieten. Per 1 september 1989 resteren er nog ongeveer 760 oude kredieten tot een totaalbedrag van ruim f 2.244.000, inclusief (achterstands)rente, als volgt gespecificeerd: Jaar Aantal Saldo Achterstands verstrekking kredieten hoofdsom rente 1976 1 f 3.341, 1977 2 4.907, 1978 4 f 5.244, 10.078, 1979 2 3.160, 1980 9 5.480, 17.566, 1981 23 12.571, 30.029, 1982 48 27.301, 48.698, 1983 75 44.254, 66.543, 1984 238 460.095, 237.883, 1985 358 1.001.923 265.242. Totaal 760 f 1.556.868, f 687.447, De status van deze vorderingen kan als volgt worden weergegeven: Status Aantal kredieten Bedrag (inclusief achterstands rente) a) naar incassobureau 89 f 421.080, b) naar deurwaarder 37 182.610, c) lopende betalingsregeling 634 1.640.625. Totaal 760 f 2.244.315, Al deze oude kredieten zijn te karakteriseren als dubieuze vorderingen. Uiteraard hebben de lopende betalingsregelingen een minder dubieus karakter dan de rest van de vorderingen. Steeds weer blijkt echter ook dat betalingsregelingen bij de oude kredieten gedeeltelijk of niet (meer) worden nagekomen. Geconstateerd kan worden dat er na 2\ jaar intensieve en zeer gerichte aktie een harde kern van de dubieuze oude vorderingen is overgebleven. Een groot gedeelte van deze kredieten zal op termijn als oninbaar moeten worden afgeschreven. De navolgende indicatie kan hiervoor worden gegeven: 1. Op basis van de resultaten tot op heden moet verwacht worden dat van de vorderingen bij het incasso-bureau en de deurwaarder slechts 5 tot 10% alsnog geïnd zal kunnen worden. Het te verwachten afschrijvingsbedrag terzake bedraagt derhalve minimaal: 90% van (f 421.080,f 182.610,f 543.320,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 335