nr. 77
Wij onderschrijven dit advies, omdat ons college geen behoefte
heeft om de samenwerking te regelen via een zwaarder
instrument, zoals een gemeenschappelijke regeling.
In de tweede plaats wordt ambtelijk voorgesteld om op grond van
een meer evenwichtige en rechtvaardige verdeling de huidige
inzet van het MCAD te koppelen aan het aantal inwoners in de
desbetreffende regio. In de huidige situatie betekent het dat
de gemeente Breda met ingang van 1 januari 1991 of zoveel
eerder als mogelijk op meer inzet kan rekenen. Voorlopig is de
raming ca f 246.000,00 ten gunste van Breda. Voor een globaal
inzicht in de cijfermatige consequenties verwijzen wij U naar
de inliggende ambtelijke gespreksnotitiedie ter visie ligt.
Deze cijfers zijn uiteraard globale ramingen. Ons college zal
tijdens het in maart 1990 geplande bestuurlijk overleg dit
voorstel ondersteunen.
In het verlengde van dit verdelingsvoorstel is ambtelijk verder
gesproken over de verdeling van de zgn. JoJo-gelden volgens het
zelfde principe.
Indien wordt uitgegaan van het huidige subsidievolume,
inclusief de middelen voor de intramurale voorziening in Bergen
op Zoom die onder het regiem van de tijdelijke financierings
regeling wordt gebracht, (totaal f 1.548.000,00) dan gaat de
gemeente Breda er slechts f 128.000,00 op vooruit.
Gelet op het feit dat de overheveling van de JoJo-gelden van de
andere gemeenten pas per 1 januari 1991 naar Breda (als centrum
gemeente) worden gedecentraliseerd, zal de uitvoering op zijn
vroegst pas per 1 januari 1992 kunnen worden geëffectueerd.
Over het verdelingsmodel van de JoJo-gelden zal bestuurlijk
overeenstemming moeten worden bereikt.
Ons college stelt zich voorlopig op het standpunt dat in het
geval van de JoJo-gelden in principe een consequente
beleidslijn moet worden gevolgd, d.w.z. dat wij in beginsel
zullen meegaan met de andere gemeenten als daar wordt
aangedrongen om de verdeling van de JoJo-gelden te relateren
aan bevolkingsomvang.
Wij denken ook dat voor een definitieve besluitvorming over de
JoJo-gelden meer inzicht nodig is in o.a. de aard en
intensiteit van de problematiek in de verschillende gemeenten.
Er worden in de inliggende ambtelijke notitie verder nog twee
andere herverdelingsvarianten genoemd, die de gemeente Tilburg
in een later stadium heeft ingebracht.
Deze varianten zijn voor ons college niet acceptabel.
Uitgangspunt van de herverdeling was een zo eenvoudig mogelijke
methodiek die recht doet aan een evenwichtige en rechtvaardige
inzet op basis van de bevolkingsomvang per sub-regio.
Het portefeuillehoudersoverleg verslavingszorg heeft inmiddels
op 30 maart 1990 plaatsgevonden.
Ofschoon wij bovenbeschreven standpunt in de bespreking met de
andere drie gemeenten hebben ingenomen, werd ons standpunt daar
niet gedeeld.
De portefeuillehouders verslavingszorg van de drie andere
gemeenten waren met Tilburg van mening, dat rekening gehouden
moest worden met het feit dat de drugsproblematiek zich in
grote steden concentreert. Tegen die achtergrond is voorkeur
- 2 -