aan de raad der
gemeente Breda
tE2QST
nr. 85
BJZ/906803080
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot gegrondverklaring van
het beroep, ingesteld door G.D.
van Dijk, tegen een weigering
bouwvergunning, alsmede het als
nog verlenen van de gevraagde
bouwvergunning
1. Inleiding.
Op 19 april 1989 besloten wij tot weigering van een vrijstelling
ingevolge artikel 18a van de Wet op de ruimtelijke ordening,
alsmede tot weigering van een bouwvergunning, ten behoeve van de
bouw van een carport op het perceel Johanna Reintjesstraat 61.
Tegen dit besluit werd door de aanvrager van de bouwvergunning,
de heer G.D. van Dijk, beroep bij uw raad ingesteld op grond van
artikel 51 van de Woningwet.
De vrijstelling en de bouwvergunning werden door ons geweigerd
op grond van de overweging, dat het bouwplan niet voldeed aan
redelijke eisen van welstand. Met deze zienswijze volgden wij
het terzake door de welstandscommissie uitgebrachte advies.
Appellant heeft in zijn beroepschrift - samengevat - de volgende
argumenten aangevoerd:
a. de welstandscommissie had het bouwplan aanvankelijk op 8 juni
1988 goedgekeurd;
b. naar aanleiding van door de buren ingediende bezwaren in het
kader van de procedure op grond van artikel 18a van de Wet op
de ruimtelijke ordening, heeft de welstandscommissie na her
overweging besloten tot een negatief advies;
c. door het toedoen van één bezwaar is de welstandscommissie op
haar positieve advies teruggekomen en is de bouwvergunning
geweigerd.
Overeenkomstig het terzake bepaalde in de Regeling bezwaar- en
beroepschriften, is het beroepschrift in handen gesteld van de
Commissie voor bezwaar- en beroepschriften teneinde een hoorzit
ting te organiseren en een advies uit te brengen omtrent de op
het beroepschrift te nemen beslissing. Bedoelde hoorzitting
heeft plaatsgevonden op 3 juli 1989. Het verslag van deze hoor
zitting is aan het proces-dossier toegevoegd.
2. Het advies van de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften.
De Woningwet kent in artikel 48 een limitatief/imperatief stel
sel van weigeringsgronden met betrekking tot bouwvergunningen.
De betekenis van dit stelsel is tweeledig:
- de bouwvergunning moet worden geweigerd indien één (of meer)
van de in artikel 48 genoemde weigeringsgronden zich voordoet;
