2
nr. 101
7. De koper en diens rechtsopvolgers doen afstand van de bevoegdheid,
omschreven in artikel 690 van het burgerlijk wetboek, voorzover de
aan het verkochte terrein grenzende grond eigendom van de gemeente
is. Hij is verplicht het verkochte terrein af te sluiten overeen
komstig de bepalingen van de bouwverordening voor de gemeente
Breda
8. De zakelijke lasten en belastingen van het gekochte geheven
wordende zijn met ingang van 1 januari 1991 voor rekening van de
koper, onverschillig te wiens name de aanslag geschiedt.
9. Partijen doen afstand van het recht om op grond van het bepaalde
in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk wetboek ontbinding
van de overeenkomst te vragen.
10. Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen ten
aanzien van de aansluiting van de bebouwing op de centrale antenne
inrichting.
11. Indien als gevolg van de bouw overtollige grond van het verkochte
perceel moet worden afgevoerd is koper verplicht deze op zijn
kosten af te voeren naar een door de gemeente aan te wijzen plaats
binnen de gemeentegrenzen.
12. Het is koper bekend, dat gemeente Breda bij verkoop van bouwgrond
geen zogenaamde "gifvrij" of "schone grond" verklaring afgeeft.
De gemeente heeft de bodem van het verkochte echter laten onder
zoeken. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een
rapport, gedateerd oktober 1988, van de milieudienst van de
gemeente Breda betreffende het indicatief bodemonderzoek voor de
locatie Topaasstraat/Claudius Prinsenlaan te Breda.
In dat rapport dat koper bekend is, wordt geconcludeerd, dat
voornoemde locatie geschikt beschouwd kan worden voor de voorgenomen
bouw van een kantoor. Vermeld rapport maakt deel uit van deze
koopovereenkomst en dient aan de notariële akte van transport te
worden gehecht.
13. Bij ingebruikname van de grond wordt de koper geacht deze volledig
te kennen en deze te aanvaarden als grond, die geschikt is om te
worden bebouwd met een kantoorgebouw en waarop parkeerplaatsen ten
dienste van dit kantoorgebouw kunnen worden aangelegd.
14. Koper verplicht zich op de verkochte grond een kantoorgebouw op te
richten van ca. 3.000 m2 bedrijfsvloeroppervlakte. Tevens
verplicht hij zich in overleg en op aanwijzing van de dienst
openbare werken en milieudienst van de gemeente op het verkochte
tenminste 60 parkeerplaatsen en groenvoorzieningen aan te leggen
volgens de in de gemeente gebruikelijke kwaliteitsnormen.
Dit alles naar de ontwerpen van architect H.J. Hofhuis, Alexander
Battalaan 68a, 6221 CE Maastricht, waarvoor Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant bij besluit van 2 april 1990, nummer 9050376,
een verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven en op grond
waarvan burgemeester en wethouders van de gemeente Breda een
bouwvergunning zullen verlenen.