gaat van andere objecten en wordt niet meer budget toegekend per restauratie dan in de planning is opgenomen. Om deze moeilijkheden op te lossen wordt thans door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg gewerkt aan een aanpassing van de regeling welke waarschijnlijk begin volgend jaar als een algemene maatregel van bestuuur zal worden afgekondigd als opvolger van de huidige regeling. Tot slot blijkt dat van de kant van de gemeente alert gereageerd moet kunnen blijven worden op ontwikkelingen die zich in de loop van het jaar voordoen. Als voorbeeld mag wellicht dienen dat verkoop van een monument een restauratie juist mogelijk of onmogelijk kan maken waardoor of een budgettekort ontstaat of juist een overschot waar geen plan voor is binnen de meerjarenplanning. Op grond hiervan stellen wij uw raad daarom ook voor het college te machtigen om tussentijds wijzigingen in de meerjarenplanning aan te brengen en dat achteraf aan uw raad ter kennis te brengen. Op deze wijze kan alert worden gereageerd op plotselinge veranderingen. Op grond van deze overwegingen en de plannen zoals beschreven in de bijlage, stellen wij uw raad voor om 1. het meerjarenplan 1995-1999 vast te stellen; 2. het college te machtigen indien nodig tussentijds veranderingen aan te brengen waarover de raad achteraf zal worden geinformeerd De commissie van Onderwijs, Cultuur en Sociale Vernieuwing kan zich met het voorstel verenigen. nr. 113

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 547