4 nr. 8 Deze werkwijze kan niet gehandhaafd worden indien voor de be handeling van een complex bedrijf (categorie 4) slechts 72 uur technische tijd ter beschikking is. De komende jaren zullen moeten uitwijzen in hoeverre het door toename van de efficiency mogelijk is de produktie te verhogen. Indien en voor zover dat niet haalbaar blijkt, zal de formatie uitgebreid moeten worden. De structureel benodigde formatie gaat uit van het gegeven dat er geen achterstand is in de vergunningverlening. Er bestaat in Breda wel een achterstand in de behandeling van vergunningaanvragen en meldingen, voor wat betreft de Hinderwet wordt de vergunningachterstand geschat op 10 tot 20?Dit percentage kan belangrijk wijzigen indien de reikwijdte van alle AMvBs ingevolge de Hinderwet bekend is. Met deze AMvBs vervalt voor een groot deel van de bedrijven de vergunningplicht. Het ministerie verwacht dat slechts 25? van de inrichtingen vergunningplichtig blijven: in Breda 590 bedrijven. Er zijn signalen dat dit percentage veel hoger uit zal vallen. Uitgaande van een vergunningachterstand van 10? dienen in de komende jaren 60 extra vergunningen gemaakt te worden. Deze zijn in het verzoek over 1991, 1992 en 1993 verdeeld. In de behandeling van meldingen ingevolge de Hinderwet bestaat geen achterstand. De vergunning- en meldingachterstand ingevolge de lozingsverordening is over het hele land aanzienlijk. De siutatie in Breda wijkt daarvan niet af. De afgelopen jaren zijn nauwelijks vergunningen verleend en enkele tientallen meldingen gehandeld. De achterstand bedraagt naar schatting ongeveer 100 vergunningen en 600 meldingen. Dit is uitdrukkelijk een schatting. Veel gegevens zijn onbekend. De gegevens omtrent de aantallen bedrijven die onder de lozingsverordening vallen en vergunning- dan wel meldingplichtig zijn, zijn gebaseerd op de brochure Ken getallen. De komende jaren moeten uitwijzen in hoeverre deze cijfers aangepast moeten worden. Om in aanmerking te komen voor de bijdrage is het vereist dat de achterstand uiterlijk in 199^ is ingehaald. In inliggend concept-verzoek wordt ook het inhalen van deze achterstand over de jaren 1991, 1992 en 1993 verdeeld. Op basis van de kengetallen is de benodigde structurele formatie in 199^ reeds per 01-01-1990 beschikbaar. Bij de berekening van zowel het uitvoeringsniveau als de formatie die daarvoor nodig is, dienen een groot aantal kanttekeningen geplaatst te worden. Daarnaast houdt het uitvoeringsniveau in feite nieuwe eisen in ten aanzien van de uitvoering van met name de lozingsverordening en de Wet chemische afvalstoffen. Vanwege het ontbreken van gegevens en nieuwe eisen is het voorstel voor een verzoek voor de bijdrage gebaseerd op een aantal vooronderstellingen. De komende jaren zullen de nodige wijzigingen en aanpassingen nodig zijn. Dat zal dienen te gebeuren in het jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen verslag van de besteding van de bijdrage. Het voorstel voor een verzoek houdt op lange termijn geen wezenlijke uitbreiding van de formatie in.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 54