nr. 122
Gevolgen WPR voor Privacvverordening 1986".
Vooruitlopende op de tot stand koming van landelijke wetgeving
ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer, besloot Uw
raad op 9 januari 1986 tot vastelling van de "privacyveror-
dening 1986". Bij de vaststelling van deze verordening is zo
veel mogelijk aangesloten bij het op dat moment aan de Tweede
Kamer aangeboden wetsontwerp voor de landelijke privacy-wet-
geving. De bepalingen met betrekking tot de vastelling van een
reglement voor elke persoonsregistratie zijn echter niet in de
verordening verwerkt. Dit werd destijds weinig zinvol geacht
zolang niet exact bekend was, welke bij Algemene Maatregel van
Bestuur te bepalen persoonsregistraties van de reglementsplicht
zouden worden uitgezonderd. Per gefaseerde datum van inwerking
treding van de WPR vervallen ingevolge artikel 194 van de
Gemeentewet echter die bepalingen van de Bredase verordening,
waarin op dat moment door de WPR wordt voorzien. Omdat de
aanvullende bepalingen op de WPR zijn opgenomen in de thans
vast te stellen "Verordening persoonsregistraties gemeente
Breda", kan de "privacyverordening 1986" op het moment van
inwerking treding van de nieuwe verordening vervallen. In
artikel 14, lid 2 van de vast te stellen verordening is een
daartoe strekkende bepaling opgenomen.
Vaststelling "Verordening persoonsregistraties gemeente
Breda"
De ontwerp-verordening die wij U hierbij ter vaststelling aan
bieden, is gebaseerd op de door de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) uitgebrachte model-verordening, zoals gepubli
ceerd in de VNG-uitgave "Gemeente en persoonsregistraties"
(Blauwe reeks nummer 76)Met betrekking tot de wijze van be
trokkenheid door de commissie algemene zaken is echter van het
VNG-model afgeweken. In artikel 4 van de model-verordening
wordt gesproken over goedkeuring vooraf door de commissie
algemene zaken, terwijl in de vast te stellen verordening is
uitgegaan van medeling achteraf. Op deze wijze wordt toch een
interne controlemogelijkheid in de vorm van een repressief
toezicht geschapen op een aantal belangrijke besluiten van de
houder. Ook ten aanzien van de beveiliging is enigszins van de
modelverordening afgeweken. Het is namelijk ondoenlijk om speci
fiek voor de onderhavige verordening een beveiligingsplan op te
stellen. Beveiligingseisen ter bescherming van persoonsregi
straties dienen namelijk te worden getoetst aan een algemeen ge
meentelijk beveiligingsplan. Om die reden is dan ook aangeslo
ten bij de regeling zoals die destijds ook is opgenomen in de
"privacyverordening 1986". Hoewel de wet rechtstreeks toepas
baar is in de gemeente, achten wij het toch wenselijk om als
aanvulling op de wet een nieuwe gemeentelijke verordening vast
te stellen. Dit omdat de bescherming van persoonsgegevens niet
alleen gediend is met een landelijke regeling, maar ook vooral
door het binnen de gemeente scheppen van bestuurlijke en organi
satorische waarborgen voor een juist gebruik ervan. De verorde
ning is voorzien van een ruime toelichting, waarnaar wij U ver
wijzen voor nadere informatie. Wij stellen U voor de "Verorde
ning persoonsregistraties gemeente Breda", overeenkomstig het
bijgevoegde concept vast te stellen.
- 2 -