TOELICHTING BIJ DE VERORDENING PERSOONSREGISTRATIES.
Algemeen.
Per 1 juli 1989 is de Wet persoonsregistraties (WPR) in werking
getreden (Staatsblad 1988, nr. 665).
Daarmee heeft een aantal belangrijke elementen van de privacy
bescherming een wettelijke basis gekregen.
Zo geeft de wet voorschriften betreffende:
a. de toelaatbaarheid van persoonsregistraties en van het op
nemen daarin en verstrekken daaruit van persoonsgegevens;
b. de taken en verantwoordelijkheden van de houder;
c. de rechtspositie van de geregistreerde;
d. het toezicht en de controle op de naleving van de wet;
e. de plicht van overheidslichamen om de onder hun verantwoor
delijkheid bijgehouden persoonsregistraties op een bepaalde
wijze te reglementeren.
De wet is rechtstreeks toepasbaar in de gemeenten.
Toch is het wenselijk om in aanvulling op de wet een gemeente
lijke verordening vast te stellen. Dit omdat de bescherming van
persoonsgegevens niet alleen gediend is met een landelijke re
geling, maar ook vooral door het binnen de gemeente scheppen
van bestuurlijke en organisatorische waarborgen voor een juist
gebruik ervan.
In deze verordening zijn de volgende aanvullende onderwerpen
geregeld:
1. het eenduidig bepalen wie binnen de gemeente houder is (ar
tikel 3) en welke verplichtingen, naast de in de wet genoem
de, op de houder rusten (artikelen 5, 9, 10, 11 en 12);
2. introductie van het begrip beheerder (artikel 1);
3. het scheppen van een interne controle op de besluiten die
mede op basis van de verordening worden genomen (artikel 4);
4. in aanvulling op de wettelijke voorschriften betreffende de
gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens regelen van
de rechtstreekse toegang tot de basisregistratie en de ver
strekking van gegevens daaruit (artikel 6);
5. mogelijkheid tot vaststelling van reglementen voor vrijge
stelde persoonsregistraties (artikel 5);
6. het scheppen van duidelijkheid aan de geregistreerden over
de binnen de gemeente aanwezige persoonsregistraties, door
het instellen van een openbaar gemeentelijke register (ar
tikel 7);
7. het koppelen en integreren van persoonsregistraties (arti
kelen 10 en 11);
De verordening is opgebouwd uit de volgende hoofdstukken;
Hoofdstuk 1. Algmene bepalingen
Hoofdstuk 2. Houderschap en toezicht
Hoofdstuk 3. Het reglement
Hoofdstuk 4. Het openbaar register
Hoofdstuk 5. Bijzonder vormen van verstrekking van persoons
gegevens
Hoofdstuk 6. Beveiliging
Hoofdstuk 7. Overgangs- en slotbepalingen